Thema 1, week 1 Les 2 woorden ng en nk

1 / 18
suivant
Slide 1: Vidéo
SpellingBasisschoolGroep 5,6

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

lesdoel
Ik kan  woorden met -nk en -ng correct spellen.

Slide 5 - Diapositive

klankwoorden nk
de n en de k zitten op de bank te kussen, daar komt niemand tussen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Welk woord is goed geschreven?
A
klank
B
klangk

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
stonk
B
strongk

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
bink
B
bingk

Slide 10 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
slangk
B
slank

Slide 11 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
plangk
B
plank

Slide 12 - Quiz

klankwoorden met -ng

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Waar zie je alleen woorden met de
-ng
A
bang, lang, slagn
B
bang, lagn, slan
C
bang, lang, slag

Slide 15 - Quiz

Welk woorden met de -ng of -nk ken jij allemaal?

Slide 16 - Question ouverte

Welke categorieregel gaan we deze week oefenen?

Slide 17 - Question ouverte

aan het werk
Thema 1 - week 2 Groep 5 - les 2
Groep 6 - les 4
Klaar: plussen

Slide 18 - Diapositive