2.4/2.3+2.6 (online)

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

K= 2.4 De organen voor vertering+LO
BB= 2.3 zetmeel aantonen

Slide 2 - Diapositive

Deze les
HH 2.3
nakijken 2.3
Uitleg zetmeel 
Uitleg 2.4/2.3
Opdrachten maken

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel noemen
Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen

Slide 4 - Diapositive

B3 Zetmeel aantonen

Slide 5 - Diapositive

De verpakking
De verpakking
Van de meeste voedingsmiddelen is uitgezocht welke voedingsstoffen erin zitten. Dat staat dan op de verpakking (zie afbeelding 1).

Slide 6 - Diapositive

Hoe heet 'een stof' waarmee je een andere stof kan aantonen?

Slide 7 - Diapositive

INDICATOR

Slide 8 - Diapositive

INDICATOR
Joodoplossing

Slide 9 - Diapositive

Ook jij kunt van sommige voedingsstoffen aantonen of ze in bepaalde voedingsmiddelen voorkomen.
Zetmeel is een koolhydraat.
Een indicator is een stof waarmee je een andere stof aantoont. Zetmeel kun je aantonen met joodoplossing. 

Joodoplossing = dus de indicator voor zetmeel.

Een joodoplossing is lichtbruin. Om aan te tonen dat ergens zetmeel in zit, doe je er een paar druppels joodoplossing bij. De kleur wordt dan blauwzwart.

Slide 10 - Diapositive

Met joodoplossing 
zetmeel aantonen

Slide 11 - Diapositive

Met joodoplossing 
zetmeel aantonen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

volgende week woensdag SO/practicum zetmeel!


Welke stappen in de vertering ken je?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Mondholte
vertering begint in de mond

Gebit > kauwen
Speekselklieren > speeksel= een verteringssap. 
Speeksel maakt het inslikken van voedsel gemakkelijker.

Slide 16 - Diapositive

Keelholte
Tong gebruik je om voedsel naar de keelholte te drukken

Slide 17 - Diapositive

Slokdarm
Door te slikken komt voedsel in de slokdarm

Neusholte wordt afgesloten met de huig
Luchtpijp wordt afgesloten met het strotklepje

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Maag
Door peristaltiek van de slokdarm wordt voedsel naar de maag geduwd

Maagwand > kringspieren en lengtespieren
Maag kneed voedsel met maagsap (bevat zoutzuur)=Dit zuur doodt bacteriën die met je voedsel zijn meegekomen.

Maagportier > kringspier aan het eind van de maag

laat telkens kleine hoeveelheden voedsel door naar de twaalfvingerige darm. 
Hierdoor heeft de maag een functie als tijdelijke opslagplaats voor voedsel.

Slide 20 - Diapositive

Twaalfvingerige darm
Na het maagportier komt voedsel in de twaalfvingerige darm

Hier komen verteringssappen uit de lever (gal) en alvleesklier bij

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Lever
De lever maakt gal

Gal komt in de twaalfvingerige darm bij het voedsel
Gal maakt grote vetdruppels kleiner > emulgeren
Dit is dus niet verteren!


Slide 23 - Diapositive

Galblaas
Gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas voor het naar de twaalfvingerige darm gaat

Gal maakt grote vetdruppels kleiner > emulgeren
Dit is dus niet verteren!

Slide 24 - Diapositive

Alvleesklier
De alvleesklier maakt alvleessap

Alvleessap komt in de twaalfvingerige darm bij het voedsel

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Dunne darm
  • Ongeveer 5 meter lang
  • In de wand liggen darmsapklieren, die maken darmsap
  • hier  worden de voedingsstoffen en verteringsproducten opgenomen in het bloed. Dat gaat via de darmwand.

Slide 27 - Diapositive

Darmplooien
De dunne darm heeft darmplooien in de wand
Daarop staan uitstulpingen: darmvlokken

In darmvlokken liggen bloedvaten, de wand van darmvlokken is erg dun

Slide 28 - Diapositive

Dikke darm
De dunne darm sluit aan op de dikke darm

Onverteerde voedselresten komen in de dikke darm
Water wordt opgenomen in het bloed

Anderhalve meter lang

Slide 29 - Diapositive

Blinde darm
Vlak onder de overgang dunne darm - dikke darm ligt de blinde darm

Geen eigen functie bij de vertering
Aan de onderkant zit een uitstulping > appendix

Slide 30 - Diapositive

Endeldarm
Ingedikte, onverteerde voedselresten gaan naar de endeldarm
Daar worden ze tijdelijk opgeslagen

Het darmkanaal wordt afgesloten door een kringspier: anus

Slide 31 - Diapositive

Ontlasting
Als de kringspier zich ontspant, wordt de endeldarm geleegd= ontlasting=poepen


Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Slide 34 - Vidéo

Aan de slag!
Kader= 2.4 opdr 1 t/m 7
(5 overslaan)

Basis=2.6 = Paarse gedeelte 

Slide 35 - Diapositive