Thema 6 Herhaling 1-2-3-4

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welke relaties worden bestudeerd in de Ecologie? De relaties....

1. tussen het weer en de groei van planten.
2. tussen voedsel en organismen.
3. tussen mens en natuur.
4. tussen organismen en milieu.

A-biotische factoren zijn

1. medicijnen en water
2. lucht-temperatuur-neerslag
3. zuurstof-temperatuur-plantengroei
4. alles rond groei en ontwikkeling

Bij welk niveau hoort een zwangere olifant?

1. Populatie
2. Individu
3. Leefgemeenschap

In welke volgorde worden organismen ingedeeld in de ecologie?
populatie-leefgemeenschap-individu-ecosysteem

Wat is een biotoop?

1. De tandenborstel van Albert Heijn
2. een gebied waarin biotische en abiotische factoren een éénheid vormen
3. alle abiotische factoren in een bepaald gebied
4. geen van bovenstaande antwoorden

Wat is een levensgemeenschap?

1. een vlinder en een rups die leven in een boom
2. een mier op een appeltaart
3. woestijnzand dat neerslaat met de regen in Nederland
4. Amerikanen op de maan

Waarmee begint de voedselketen?

Wat is het verschil tussen een voedselketen en voedselweb?

Waardoor kan een organisme behoren tot verschillende schakels van de consumenten in het voedselweb?

Wat is de relatie tussen reducenten en producenten?

Waar vindt de meeste verdamping van water plaats?

Heeft de piramide van aantallen altijd een piramidevorm?

1. Ja
2. Nee

Als er geen consumenten tweede orde meer zouden bestaan, zou er dan nog leven op aarde mogelijk zijn?

Bij welke voedselrelatie hoort de piramide van aantallen?

1. een voedselweb
2. voedselketen

Wat is het verschil tussen biotische en abiotische factoren?

Een biotoop is alle biotische factoren in een bepaald gebied.

1. juist
2. onjuist

Wat komt er vrij in de lucht bij afbraak door reducenten?

In welke energierijke stof worden koolstofatomen omgezet door planten?

Wat kun je weergeven in de piramide van aantallen?

Is de piramide van aantallen altijd piramidevormig?

1. ja
2. nee

Wat is een juiste voedselketen?

1. de watervlo is voedsel voor de alg
2. als een soort het eigen soort eet
3. een soort is voedsel voor de volgende schakel
4. de soorten eten alle andere organismen