AK8 Productie en infrastructuur

Ruimte voor industrie
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ruimte voor industrie

Slide 1 - Diapositive

Productie en infrastructuur 
Wat leer je?
* Je kent het verband tussen de economische ontwikkeling van een land en de ontwikkeling van de industrie.
* Je kent de vestigingsfactoren voor de industrie.
* je begrijpt waarom bedrijven de productie naar de periferie hebben verplaatst. 

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan bij de Nederlandse industrie?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Industrie
* Producten worden gemaakt uit grondstoffen
* Zware industrie
    - verwerkt grote hoeveelheden grondstoffen tot half 
      afgewerkte producten
* Lichte industrie
    - bewerkt half afgewerkte producten      
       tot kant-en-klare producten

Slide 5 - Diapositive

Waar of niet waar? De zware industrie bewerkt half afgewerkt producten tot kant- en-klare producten.

Slide 6 - Question ouverte

Ontwikkeling in Nederland 
* Vanaf 1850 tot 1960 groeide de industrie
* Arbeiders gaven hun geld uit aan producten
    - hierdoor bleef de industrie groeien
* Infrastructuur groeide mee
    - alle verbindingen om van A naar B te komen
      - (spoor)wegen
      - havens
      - (pijp)leidingen
      - kabels
      - riolering

Slide 7 - Diapositive

Wat hoort er tot de infrastructuur?
A
havens
B
huizen
C
natuur
D
spoorwegen

Slide 8 - Quiz

Waar en waarom daar?
* Vestigingsfactoren
    - arbeid
         - vraag naar en aanbod van werk op de arbeidsmarkt 
        moeten op elkaar aansluiten
    - ruimte
    - grondstoffen
    - infrastructuur
    - afzetmarkt
    - dicht bij de klanten

Slide 9 - Diapositive

Noem drie vestigingsfactoren.

Slide 10 - Question ouverte

Agglomeratievoordelen
Bedrijven vestigen zich graag dicht bij elkaar. Ze profiteren van elkaars aanwezigheid (mensen, bedrijven voorzieningen). De voordelen van het bij elkaar zitten van bedrijven noem je agglomeratievoordelen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Van centrum naar periferie
* Lonen in West-Europa zijn hoog
* Wereldwijde infrastructuur is verbeterd
* Gevolg: vestigingsfactoren in de periferie zijn gunstiger
    - lonen zijn er laag
    - sommige landen:  Speciale Economische Zones (SEZ’s)
         - minder strenge regels

Slide 13 - Diapositive

Waarom worden fabrieken vaak in de periferie gebouwd?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is een voordeel van een SEZ (Speciaal Economische zone)?
A
Er zijn geen importtarieven
B
De lonen zijn erg hoog
C
Minder strenge regels waardoor er goedkoop geproduceerd wordt
D
Deze zones komen in Nederland voor

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Aantrekkelijk Nederland
* Technische industrie bij Eindhoven
    - hoog opgeleide werknemers
    - robots doen mensenwerk
* Haven van Rotterdam
* Voordelen van de EU

Slide 17 - Diapositive

De haven van Rotterdam is de grootste van ....
A
de wereld
B
Europa
C
Azië
D
het zuidelijk halfrond

Slide 18 - Quiz