ma 19-9

maandag 19-9
overhoren huiswerk
controleren opgaven
herhalen bijvoeglijk naamwoord
bezig met les 15
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

maandag 19-9
overhoren huiswerk
controleren opgaven
herhalen bijvoeglijk naamwoord
bezig met les 15

Slide 1 - Diapositive

Welke definitie van familie komt het dichtst in de buurt van het Romeinse begrip familia?
A
gezin als bestaande uit bij elkaar wonende leden
B
(verzamelnaam) huisgenoten
C
het geheel der bloedverwanten van dezelfde naam

Slide 2 - Quiz

Wat betekent patria in patria potestas?
Wat betekent pater familias?
Welke naamval heeft dus familias?

Slide 3 - Question ouverte

welke vorm congrueert met familia?
A
meus
B
mea
C
meum

Slide 4 - Quiz

welke vorm congrueert met matronae?
A
pulchri
B
pulchra
C
pulchrae

Slide 5 - Quiz

welke vorm congrueert met consilii?
A
tui
B
tuum
C
tuo

Slide 6 - Quiz

welke vorm congrueert met pater?
A
laetus
B
laeto
C
laeta
D
laetis

Slide 7 - Quiz

welke vorm congrueert met matri?
A
laeti
B
laeta
C
laetae
D
laetam

Slide 8 - Quiz

fabulam
horas
servo
patrem
fratres
iratum
longam
cari
multas
bono

Slide 9 - Question de remorquage

laat het bijvoeglijk naamwoord congrueren met het zelfst. nw.
servum (tuus, -a, -um)
sororibus (contentus, -a, -um)
mater (meus, -a, -um)

Slide 10 - Question ouverte

Doe nu je hulpboek open op blz. 105

Maak mandatum IX (1-8)
&
mandatum X (1-7)

Klaar? Lees inleiding les 15 en vertaal les 15

Slide 11 - Diapositive