les 2 publiek opdracht 2

les 2 publiek 

Instructie

Een schrijver wil dat zijn tekst door bepaalde groep gelezen wordt: het publiek.

Voorbeeld van publiek: jongeren, gamers, ouders, sportfans

3 soorten publiek:

1. Een breed publiek. 2. Een kleiner, 

                                             gespecialiseerd publiek.

3. Een (specifiek) persoon of groep mensen.

3 soorten publiek:

1. Breed publiek

2. Een kleiner, gespecialiseerd publiek

3. Een kleine groep of individu

Publiek

• Om het doel te bereiken moet het aansluiten bij het publiek.
• Voor wie/welke groep schrijf je?
• Je kunt zien wie het publiek is aan:
  het onderwerp
  de bron
  de lay-out
  het taalgebruik 

Voor welk publiek is dit tijdschrift geschreven?

1. algemeen publiek
2. kinderen
3. opa's
4. mensen die van dieren houden

Voor welk publiek is
deze tekst?

1. Kinderen
2. Jongeren
3. Volwassenen
4. Iedereen

Voor welk publiek is deze tekst?

1. Jongeren
2. Volwassenen
3. Ouderen
4. Iedereen

Voor welk publiek is deze tekst?

1. Jongeren op de fiets
2. Volwassenen in de auto
3. Ouderen die willen oversteken
4. Alle weggebruikers

Voor welk publiek is deze tekst?

1. journalisten
2. mensen die van literatuur houden
3. jonge kinderen
4. jongeren

Voor welk publiek is deze tekst?

1. Middelbare scholieren
2. Basisschool kinderen
3. Studenten
4. Volwassenen

Voor welk publiek is deze tekst?

1. Iedereen
2. Obers
3. Serveersters
4. hobbykoks

Huiswerk

Maak opdracht 2

blz 77