categorie 5- ng

woorden met -ng
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

woorden met -ng

Slide 1 - Diapositive

Welke woorden ken je met -ng

Slide 2 - Carte mentale

bang

Slide 3 - Diapositive

behang

Slide 4 - Diapositive

ketting

Slide 5 - Diapositive

koning

Slide 6 - Diapositive

lang

Slide 7 - Diapositive

slang

Slide 8 - Diapositive

tong

Slide 9 - Diapositive

mengen

Slide 10 - Diapositive

stang

Slide 11 - Diapositive

langzaam

Slide 12 - Diapositive

zingen

Slide 13 - Diapositive

tentoonstelling

Slide 14 - Diapositive

Wat is dit?
A
kettig
B
ketting
C
kettin
D
kettineg

Slide 15 - Quiz

Wat is dit?
A
koning
B
konig
C
konin
D
koninge

Slide 16 - Quiz

Wat is dit?
A
togn
B
tong
C
tonge
D
toneg

Slide 17 - Quiz

Wat is dit?
A
bank
B
bagn
C
beng
D
bang

Slide 18 - Quiz

Wat is dit?
A
slangk
B
slaneg
C
slang
D
slagn

Slide 19 - Quiz

Wat is dit?
A
lang
B
langk
C
lange
D
lagn

Slide 20 - Quiz

Luister goed
Schrijf het woord.
Schrijf je het woord met -ng of -nk?

Slide 21 - Diapositive

1. Wat hoor je?

Slide 22 - Question ouverte

2. Wat hoor je?

Slide 23 - Question ouverte

3. Wat hoor je?

Slide 24 - Question ouverte

4. Wat hoor je?

Slide 25 - Question ouverte

5. Wat hoor je?

Slide 26 - Question ouverte

6. Wat hoor je?

Slide 27 - Question ouverte

7. Wat hoor je?

Slide 28 - Question ouverte

8. Wat hoor je?

Slide 29 - Question ouverte

Nu zelf oefenen...
Maak het werkblad van categorie 5 - ng woorden

Slide 30 - Diapositive