Spreken en gesprekken voeren H5

Spreken en gesprekken voeren
Hoofdstuk 5
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Spreken en gesprekken voeren
Hoofdstuk 5

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
- Terugblik vorige les
- Uitleg hoofdstuk 5
- Individuele opdracht
- Opdracht in tweetallen
- Afsluiting 

Slide 2 - Diapositive

Doelen
1. Na deze les weet je hoe je kunt doorvragen in een gesprek.

Slide 3 - Diapositive

Wat hebben we gisteren gedaan?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is er belangrijk bij het houden van een discussie? Er zijn meerdere antwoorden goed
A
Geef je mening
B
Blijf bij het onderwerp
C
Laat elkaar uitpraten
D
Ondersteun je mening door gebruik te maken van argumenten

Slide 5 - Quiz

Informatie vragen

Slide 6 - Diapositive

Aan wie vraag jij wel eens informatie?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen open en gesloten vragen?

Slide 8 - Question ouverte

Heb je broers of zussen?
A
open vraag
B
gesloten vraag

Slide 9 - Quiz

Informatie vragen
- Bedenk vooraf wat je precies wilt weten (schrijf vragen op)
- Vraag door als de informatie onduidelijk of onvolledig is

Slide 10 - Diapositive

Een vriendin van je organiseert het schoolfeest. Je bent benieuwd hoe het gaat met de voorbereidig
- Hoe gaat het met de voorbereiding?
- Wat moet je nog regelen?
Hoe is de samenwerking met de rest van de leerlingen?

Slide 11 - Diapositive

Er is volgende week een sportdag. Je wil graag meedoen, maar je wilt eerst wat informatie. Je vraagt dit aan je docent. Bedenk twee vragen die je kunt stellen.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is doorvragen?

Slide 13 - Question ouverte

Oefenen werkblad 

Slide 14 - Diapositive

Zelfstandig oefenen
- Vul de vragen op het werkblad in
- Dit doe je alleen (Steek je hand op als je een vraag hebt)
- 5 minuten (docent houdt de tijd bij)
- Na de opdracht weet je hoe je moet doorvragen bij een onvolledig antwoord
Klaar? Bedenk zelf twee zinnen met een onvolledig antwoord, bedenk hier zelf een vervolgvraag bij.

Slide 15 - Diapositive

Opdracht in tweetallen
Kies één van de twee situaties --> Bedenk twee vragen die je kunt stellen inclusief antwoord. Bedenk twee vervolgvragen op de antwoorden. (Vragen steek je vinger op)
- 5 minuten (docent houdt de tijd bij)
- Klaar? Schrijf op wat voor lichaamstaal je bij het gesprek wilt gebruiken.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive