Persoonlijke/bezittelijke voornaamwoorden

Persoonlijke voornaamwoorden
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 1 - Diapositive

Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een mens, dier, ding.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

____ (ik) am not hungry
A
I
B
You
C
We
D
They

Slide 4 - Quiz

___ (wij) are going to the mall.
A
she
B
they
C
We
D
you

Slide 5 - Quiz

____ (jij) are playing games.
A
he
B
they
C
she
D
you

Slide 6 - Quiz

____ (zij) are eating food.
A
you
B
they
C
she
D
we

Slide 7 - Quiz

Personal Pronouns
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij
Wij
Zij 
Ik
Jullie
Hij
Zij (vrouw)
Het

Slide 8 - Question de remorquage

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

That is ____ (mijn) book.
A
mine
B
my
C
me
D
moi

Slide 11 - Quiz

That is ____ (onze) bag.
A
our
B
ours
C
your
D
yours

Slide 12 - Quiz

____ (zijn) new bike is blue.
A
hers
B
his
C
theirs
D
our

Slide 13 - Quiz

____ (haar) hair is brown.
A
hop
B
his
C
hers
D
her

Slide 14 - Quiz

____ (hun) house is big.
A
their
B
our
C
his
D
its

Slide 15 - Quiz

Persoonlijke + bezittelijke voornaamwoorden
Ik
I
Jij
you
Hij
he
Zij
she
Het
it
We
wij
Jullie
you
Zij
they 
mijn
my
Jouw
your
Zijn
his
Haar
her
Van het
its
Onze
our
Van jullie
your
Hun
their

Slide 16 - Diapositive

Ik begrijp de persoonlijke & bezittelijke voornaamwoorden

Slide 17 - Sondage