Literatuur 16e en 17e eeuw 4 VWO

Literatuur 4 VWO 16e + 17e siècle
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.

Éléments de cette leçon

Literatuur 4 VWO 16e + 17e siècle

Slide 1 - Diapositive

Introductie
Bekijk het filmpje op de volgende slide over de hofcultuur (algemeen) in de 16e en 17e eeuw en maak er voor jezelf een mindmap van.



(man van Vetruvius, Leonardo da Vinci)                                             

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

16e eeuw: Renaissance
Renaissance
wat is het?
Waarom toen?
betekenis kunsten?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Italië en Frankrijk
In Italië waren zelfstandige stadstaten zoals Florence en Venetië rijk geworden door handel met het Midden-Oosten tijdens de Kruistochten en ontdekkingsreizen .
 . Naast rijkdommen kwam er ook veel kennis uit deze gebieden, waar de wetenschap verder ontwikkeld was dan in het middeleeuwse Europa (o.a de boekdrukkunst).

..

Slide 6 - Diapositive

       Gesteld kan worden dat de renaissance in Frankrijk
begon met de expeditie van Franse koningen (Karel VIII, Lodewijk XII en Frans I) naar Italië. Zij  spendeerden heel wat energie in de poging om Italiaanse provincies in hun bezit te krijgen. De echtgenote van Hendrik II was Catharina van de Medici-familie en haar kinderen, Karel IX en Hendrik III, zij werden geïtalianiseerde Fransen.

Slide 7 - Diapositive

Italiens en France
In die tijd kwamen  Italianen naar Frankrijk als hovelingen, ambassadeurs, zakenlieden en kunstenaars. De Franse samenleving van de gegoede klasse kreeg een sterk Italiaanse kleur, en het hof dweepte met de Italiaanse cultuur en zeden.

                     Leonardo da Vinci leefde lange tijd  aan het hof van      
                      François Ier in  Amboise   en ligt daar begraven.                    

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Chambord

Slide 10 - Diapositive

versailles
Versailles

Slide 11 - Diapositive

Wat betekent Renaissance
letterlijk ?

Slide 12 - Question ouverte

Verklaar waarom het juist
op dit moment in Frankrijk opkwam.

Slide 13 - Question ouverte

Renaissance en kunst:
geef 2 concrete voorbeelden

Slide 14 - Carte mentale

na de kerk staat nu de mens
centraal. Waar zien we
dat concreet?

Slide 15 - Carte mentale

Noem een humanist
die in Frankrijk verbleef

Slide 16 - Carte mentale

Literaire Genres:
1. reisverhalen
2. vlugschriften

3 Volksboeken/verhalen
4. liefdesgedichten
5. Fabels
6. Ridderromans
7. Essay (filosofisch)
1588)
voorbeeld
3. Rabelais: Gargantua / Pantagruel (1532+ 1534)

4. De Bellay: l'Olive (1549)
Ronsard: Cassandre (1552)

7. Montaigne: Essais

Slide 17 - Diapositive

Renaissance: ouderwets?
Eigenlijk was het ook een vooruitstrevende en moderne tijd, gekenmerkt door de opkomst van het rationele denken en van persoonlijke vrijheid.


Slide 18 - Diapositive

Humanisme
Wat is het?
3 (grote) namen?
voorbeeld van een literair werk?

Slide 19 - Diapositive

wijsheid, kennis, levensfilosofie: geloof in de (goede) natuur van de mens.

Erasmus van  Rotterdam
(1467-1536)

                                        was lange  
                           tijd in Frankrijk
Leonardo da Vinci
(1452-1519)





            Michelangelo
(1475-1564)



Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Joachim du Bellay
Pleiade:
was in de 16e eeuw de naam van zeven jonge Franse renaissancedichters die zich samen tot doel hadden gesteld de poëzie uit de klassieke oudheid nieuw leven in te blazen en zo mogelijk te verbeteren. De voornaamste leden waren Pierre de Ronsard en Joachim du Bellay

De naam Pléiade was afgeleid van een gelijknamige groep van eveneens zeven dichters in Alexandrië in de 3e eeuw v.Chr..

Slide 22 - Diapositive


Het was hun doel om het Frans van volkstaal tot het niveau van de klassieke schrijvers te brengen, en daarbij maakten ze gebruik van allerlei soorten Italiaanse verzen. De verfijning die ze daarbij voor ogen hadden, vonden ze in het werk van Francesco Petrarca.

Slide 23 - Diapositive

Petrarkistische stijl
-liefdeslyriek in navolging van Petrarca

- niet langer zo elegant mogelijk
- boodschap humanisme uitdragen
-alexandrijn, sonnet ( 2 delen) en ode
-gebruik van tegenstrijdigheden en gedurfde woordcombinaties

Slide 24 - Diapositive

https://youtu.be/THUiWIXx834
liefdesgedichten (alexandrijnen, sonnetten, odes)
Pierre de Ronsard
https://youtu.be/ZhEjfPoUOGk

Slide 25 - Diapositive

Odysseus (Homerus)
Homerus schreef de Odyssee over koning Odysseus (van het eiland Ithaka) waarschijnlijk rond 800 voor Christus. Het verhaal beschrijft de avonturen die de Griekse held Odysseus meemaakt tijdens zijn tocht naar huis na afloop van de Trojaanse Oorlog. Van hem is de sluwe list met het Trojaanse paard waardoor de Grieken de oorlog wonnen. De Odyssee wordt geïnterpreteerd als zoektocht naar de zin van het leven.

Slide 26 - Diapositive

Rol van de kerk (voorkennis)
- Wat wordt er bedoeld met reformatie en contra-reformatie?
- Enkele (grote) namen en hun rol?
- Inquisitie /beeldenstorm?

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Reformatie en contra-:
terug naar de bron (o.a. de bijbel) en denk daar kritisch over na!
Zo wil Luther (Duits monnik, 1483-1546) de (katholieke) kerk hervormen en misbruik aan de kaak stellen. ( beeldenstorm)

Dit mondt uit in een godsdienstoorlog. De inquisitie (kerkelijke rechtbank ) wordt ingesteld door de Katholieke kerk en velen worden ter dood veroordeeld.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

(nieuwe) inzichten uit het filmpje
(kernwoorden)

Slide 31 - Carte mentale

Overzicht kunststromingen
 
Renaissance (ca 1500 - 1600) ...
Barok (1600 - 1750)
Rococo (1720 - 1775)
Classicisme (1750 - 1850)

Slide 32 - Diapositive

17ième siècle Tijdsbeeld
Barok               classicisme
moralisme      préciosité
roi Soleil              Versailles
Aristocratie              Salons
Maniérisme
Académie française


Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Baroque
vrijheid, emoties over de top, complexe situaties, illusies

poésie: préciosité, burlesque                                       
roman: pastoral, héroique, comique (parodique)
théatre: pastorale, tragi-comédie                              

Slide 35 - Diapositive

Moralisme (Jean de la Fontaine)
Classicistische Franse schrijver en dichter,                                            
vooral bekend om zijn fabels.                                                                       

                                      Een van zijn bekendste fabels is La cigale et la fourmi (De krekel en de mier), waarin een kunstzinnige krekel de hele zomer een werkende mier vermaakt met zijn gezang, waarna de mier te beroerd is om de zanger hiervoor te belonen.
                                                                       

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Slide 38 - Vidéo

Slide 39 - Vidéo

 versus classicisme
Klassieke regels (Aristoteles): 5 actes, rijm, verzen, eenheid tijd, plaats, handeling en bienséances (niks schokkends)
Moraliste

poésie: courtisane
romans/ fables/contes/nouvelles
théatre:tragédie (Corneille, Racine)  vs comédie (Molière)

Slide 40 - Diapositive

Jean Racine
 Frans toneelschrijver, een van de "grote drie"                                       
van het Franse classicistisch theater van de                                       
zeventiende eeuw (samen met Molière en Corneille).                      
Racine schreef voornamelijk tragedies (Andromaque, Phèdre) over het innerlijk conflict tussen hart en hoofd, plicht of liefde. Hij geldt als de belangrijkste Franse tragedieschrijver.

Slide 41 - Diapositive

Pierre Corneille
Al op jonge leeftijd raakte hij bij de jezuïeten                      
onder de indruk van de Romeinse schrijvers uit de                             
Oudheid. Hun filosofie volgend, legt hij de nadruk                              
op de wil als bepalende factor voor het leven. Hij heeft onder meer klassieke tragedies (le Cid, Oedipe) geschreven waarin de held al zijn hartstochten overwint.

Slide 42 - Diapositive

Jean Baptiste Poquelin
(Molière)
1622-1673
théâtre comique et satirique
peinture des caractères
des obsédés. (vices universelles)
p.e l'Avare, le malade imaginaire, Tartuffe etc.

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Vidéo

le théâtre illustre
opdracht:  4 groepen
werk een  kleine presentatie uit over een van de volgende werken van Molière:
-1 les précieuses ridicules
-2 Tartuffe                                 
-3  le malade imaginaire     
     - 4 l'Avare                                           


Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Vidéo

Mots clés 17ième siècle
Burlesque : vulgaire, l'humour, cadre sérieux, comique  et violent    Molière    
Classicisme    Idéal de l'honnête homme,  perfection,  raison     Racine,              Corneille, Molière
Préciosité    l'embellissement de la langue française, raffinement    Madame de Lafayette
Moralisme     mœurs,  coutumes et façons de vivre    La Fontaine                        
Baroque    ëmotion et du sensible face à la raison, 'imaginaire, contrastes et allégories    Théophile de Viau,

Slide 47 - Diapositive