Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2425 week 6
1 / 37
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
37 diapositives
, avec
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
les devoirs - controleren en nakijken
voorbereiden toetsweek - schrijven
Le but: à la fin de ce cours:
heb ik geoefend met schrijven
Slide 2 - Diapositive
Exercice 18 - page 29
La semaine dernière...
Le passé composé
Antwoorden oplezen
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Hoe vertel je nu over toekomstige vakantie?
Futur proche
Slide 5 - Diapositive
futur proche
Wanneer
gebruik je futur proche?
-> futur = future (in het Engels)
-> proche= dichtbij, nabij.
Je gebruikt '
Futur proche
' wanneer je iets in de toekomstige tijd weer wilt geven, een toekomst die dichtbij, nabij is,
iets dat gaat gebeuren.
Slide 6 - Diapositive
futur proche
Hoe
maak je
futur proche
?
-> vorm van aller + hele werkwoord
Slide 7 - Diapositive
futur proche
Slide 8 - Diapositive
futur proche
We gaan oefenen.
1- herkennen in een tekstje.
2- toepassen, oefenen, gebruiken
Slide 9 - Diapositive
Exercice 18
Maak van de vragen en de antwoorden nu vragen en antwoorden in de futur proche.
Welk gedeelte van de zin moet je veranderen?
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Toetsweek - écrire
waar je heen gaat
met wie je gaat
hoe lang je gaat
met welke vervoersmiddelen je gaat reizen
wat je daar gaat doen of zien: twee dingen waar je zin in hebt en waarom, en één ding waar je helemaal geen zin in hebt en waarom
ca 80 woorden
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Au travail
Maak exercice 16G blz 49
in de futur proche
Slide 17 - Diapositive
www.instagram.com
Slide 18 - Lien
Slide 19 - Vidéo
voorbereiden toetsweek
Le but: à la fin de ce cours:
heb ik geoefend met de onderdelen voor de toetsweek
Slide 20 - Diapositive
Opbouw toets
Woorden in zinnen FN (10 points)
Woorden vertalen NF en in zinnen plaatsen (10 points)
avoir en être (présent & passé composé) (6 points)
werkwoorden -er (présent & passé composé) (10 points)
LET OP - VERTALINGEN WW MOET JE KENNEN NF
écrire - (10 points)
Slide 21 - Diapositive
Écrire
Vertel waar je heen gaat
Slide 22 - Diapositive
Je vais aller ...
à
= dorp en steden
en
= continenten en vr. landen
au
= mannelijke landen
aux
= Landen meervoud
in/naar
Slide 23 - Diapositive
Villes / villages
Om een stad of dorp aan te geven gebruik je het voorzetsel '
à
'.
Voorbeeld:
Je vais (aller)
à
Paris
Je vais (aller)
à
Londres
Slide 24 - Diapositive
Pays
Bij landen heb je drie opties:
en
/
au
/
aux
Om te bepalen welk voorzetsel bij welk land hoort, moet je het geslacht weten van het land.
in/naar
Slide 25 - Diapositive
Pays
'
En
'
Féminin (vrouwelijk) > deze eindigen op een 'e'
(
en
Espagne)
(
en
France)
Slide 26 - Diapositive
Pays
'
au
'
Masculin (mannelijk)
Eindigt niet op een e
(
au
Danemark,
au
Canada,
au
Pérou,
au
Japon)
Slide 27 - Diapositive
Pays
Aux
Pluriel (meervoud, eindigt meestal op een -s)
Voorbeeld:
Aux
États-Unis
Aux
Pays-Bas
Slide 28 - Diapositive
Vertel:
met welke vervoersmiddelen je gaat reizen
Slide 29 - Diapositive
Hoe gebruik je het?
Je vais :
bus , voiture, avion, train, vélo. métro/tram
bateau
pied
à
en
Slide 30 - Diapositive
Vertel: met wie je gaat
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Vertel: hoe lang je gaat
Je vais rester
pendant
..... (3 jours, une semaine, quinze jours, un mois, etc)
Slide 33 - Diapositive
Vertel: waar je zin in hebt/geen zin in hebt
J'ai envie de .... (vaak met infinitief erachter)
J'aime bien
J'adore ...
Je déteste
Je n'aime pas...
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Voorbeeldzinnen
Je vais aller à la plage.
Je vais visiter des sites touristiques.
Je vais faire des balades.
Je vais faire du shopping.
Je vais aller aux musées.
Slide 36 - Diapositive
Leerdoelenchecks
ga zelfstandig aan het werk!
Slide 37 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
H2 - Uitleg 'aller' en futur proche
il y a 26 jours
- Leçon avec
15 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
GL chapitre 6 6e ed bron H aller/futur proche
Avril 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2HV chp 6 grammaire h - het werkwoord aller (gaan)
Octobre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Parler de ses vacances Ch1
Juin 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Chapitre 6 - 1HV - voca en vraagzinnen // uitleg futur proche
il y a 3 jours
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H2 - Uitleg 'aller' en futur proche
il y a 26 jours
- Leçon avec
18 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Chapitre 6 - 1HV - voca en vraagzinnen // uitleg futur proche
Mai 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Frans 1B Hoe vertel je wat in de nabije toekomst gebeurt?
Décembre 2020
- Leçon avec
23 diapositives
Frans
Secundair onderwijs