Uitleg Bijvoeglijke bepaling en ondergeschikte bijwoordelijke bepaling + opdrachten maken
Slide 3 - Diapositive
E-mail: goede voorbeelden
Slide 4 - Diapositive
Schrijfopdracht 1: zakelijke e-mail
- Herschrijf je e-mail op basis van de feedback
- Lever je eindversie in door deze in je portfolio te zetten.
Feedback
Slide 5 - Diapositive
SPELLING:
Engelse leen- en werkwoorden
Leerdoel
Je kan Engelse leenwoorden correct spellen.
Je kan Engelse werkwoorden correct spellen.
Slide 6 - Diapositive
Noteer leenwoorden (denk aan kleding, eten, sport, uiterlijk, etc.
Slide 7 - Carte mentale
Uit welke taal is dit woord afkomstig? 'koffie'
Slide 8 - Question ouverte
Uit welke taal is dit woord afkomstig? 'ballon'
Slide 9 - Question ouverte
Uit welke taal is dit woord afkomstig? 'tulp'
Slide 10 - Question ouverte
Leenwoorden
Woorden die uit andere talen in het Nederlands zijn terechtgekomen, heten leenwoorden. Je hebt ze op allerlei gebieden, zoals sport (penalty), eten (restaurant), kleding (hoody), uiterlijk (rouge), verkeer (ambulance) en computers (saven).
Slide 11 - Diapositive
Zo spel je Engelse leenwoorden
Een samenstelling van Engelse woorden schrijf je in het Nederlands als één woord: voicemail, latenightshow, lookalike, parttimer
Als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, plaats je een koppelteken: time-out, all-in, sit-up
Als de combinatie wordt gezien als een woordgroep, schrijf je de delen los: low budget, second opinion, full speed, total loss.
Andersom kan ook ->
Slide 12 - Diapositive
De spelling van Engelse werkwoorden
Slide 13 - Diapositive
Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden.
Let op:
- We 'vernederlandsen' de Engelse werkwoorden, behalve als je daardoor een verkeerde uitspraak krijgt. Bijvoorbeeld paintball
Slide 14 - Diapositive
Hoe zit dat?
Bij het werkwoord saven eindigt de stam op een -e
-> save (spreek uit: seev)
De v van save zit niet in het 'T KoFSCHiP X
Daarom krijg je in de verleden tijd -de of - den
Ik save Ik savede Ik heb gesaved
Hij savet Wij saveden
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Hij.....(deleten - VT)alles
A
deleete
B
deletetet
C
deleetet
D
deletete
Slide 17 - Quiz
Het ............(downloaden, vd) bestand bevat een virus.
A
gedownloade
B
gedownloadde
C
gedownloate
D
gedownloatte
Slide 18 - Quiz
De snelste tijd werd al snel.......... (timen, vd).