Eutrofiëring havo

Eutrofiëring
oefenen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Eutrofiëring
oefenen

Slide 1 - Diapositive

Algen
Een meer kan eutrofiëren doordat mensen in het meer zwemmen en daarbij in het water plassen. Doordat mensen in het water plassen, komen er meer algen.

Slide 2 - Diapositive

Leg uit hoe de urine ervoor zorgt dat er meer algen komen.

Slide 3 - Question ouverte

Watervlooien
Bij eutrofiëring nemen de watervlooien eerst sterk toe. Als de eutrofiëring doorgaat, sterven ze uiteindelijk allemaal.

Slide 4 - Diapositive

Waardoor sterven ze uiteindelijk allemaal?

Slide 5 - Question ouverte

Waardoor nemen de watervlooien eerst toe?

Slide 6 - Question ouverte

De snoek
Als een zoetwater ecosysteem eutrofieert, neemt het aantal snoeken af. Uiteindelijk blijven er geen snoeken over.

Slide 7 - Diapositive

Welke drie gebeurtenissen die optreden bij eutrofiëring zijn nadelig voor de snoek?

Slide 8 - Question ouverte

Waterplanten
In een geëutrofieerd ecosysteem komen geen ondergedoken waterplanten voor.

Slide 9 - Diapositive

Waardoor sterven ondergedoken waterplanten bij eutrofiëring?

Slide 10 - Question ouverte

Het zuurstofgebrek
Door eutrofiëring neemt de hoeveelheid zuurstof in het water af.
Eerst is de hoeveelheid zuurstof vooral in de vroege ochtend erg laag. Later kunnen er zelfs overdag, dieper in het water compleet zuurstofloze omstandigheden ontstaan.

Slide 11 - Diapositive

Waardoor wordt het gebrek aan zuurstof veroorzaakt?

Slide 12 - Question ouverte

Examenvraag
De invloed van eutrofiëring op de samenstelling van de visgemeenschap in een meer is vastgesteld aan de hand van vangsten gedurende een aantal jaren. De massa's van de verschillende soorten vis worden met elkaar vergeleken. In het diagram zijn de hoeveelheden brasem uitgezet tegen de totale vangst van andere vissen. Blankvoorns gebruiken hun ogen bij het jagen.
  • Heeft vangst P vóór of na eutrofiëring plaatsgevonden?

Slide 13 - Diapositive

Vangst P heeft..
A
vóór eutrofiering plaatsgevonden
B
na eutrofiering plaatsgevonden

Slide 14 - Quiz