3H2 Frans 15 mei

3H2 Frans 15 mei
  • camera en microfoon uit
  • we beginnen om 11.15 uur
  • zorg dat de site van Frans open staat
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3H2 Frans 15 mei
  • camera en microfoon uit
  • we beginnen om 11.15 uur
  • zorg dat de site van Frans open staat

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • thème 14: DELF
  • doornemen voca
  • korte uitleg grammaire
  • volgende les

Slide 2 - Diapositive

Wat is DELF?

Slide 3 - Diapositive

DELF
tips

Slide 4 - Diapositive

DELF: voorbereiding
  • stap 1: veelvoorkomende woordenschat
  • stap 2: veelvoorkomende werkwoorden
  • stap 3: vaardigheden

Slide 5 - Diapositive

Stap 1: woordenschat

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Typ alle woorden die te
maken hebben met
brief schrijven

Slide 8 - Carte mentale

Petit test de vocabulaire

Slide 9 - Diapositive

De mensen
A
les gens
B
les jeunes
C
le séjour
D
une balade

Slide 10 - Quiz

iedereen
A
chaque personne
B
le monde entier
C
un échange
D
tout le monde

Slide 11 - Quiz

het gastgezin
A
l'arrivée
B
à l'accueil
C
la famille d'accueil
D
la correspondante

Slide 12 - Quiz

een bezoek
A
une promenade
B
un événement
C
autour de
D
une visite

Slide 13 - Quiz

een beschrijving
A
un sujet
B
un spectacle
C
une description
D
une conversation

Slide 14 - Quiz

het verblijf
A
le séjour
B
un voyage
C
le dépar
D
l'arrivée

Slide 15 - Quiz

tijdens
A
durant
B
pendant
C
depuis
D
d'abord

Slide 16 - Quiz

ensuite
enfin
d'abord

Slide 17 - Question de remorquage

à la fin
au début
après

Slide 18 - Question de remorquage

als/indien
A
mais
B
si
C
alors
D
donc

Slide 19 - Quiz

beginnen
A
représenter
B
terminer
C
commencer
D
envoyer

Slide 20 - Quiz

zich vermaken
A
se réjouir de
B
s'amuser
C
arrêter de
D
s'ennuyer

Slide 21 - Quiz

Décrivez votre journée.
A
Vink het juiste hokje aan..
B
Verklaar uw antwoord.
C
Beschrijf uw dag.
D
Het is verboden.

Slide 22 - Quiz

Il est interdit de ..
A
Het is verboden te ..
B
Geef je mening ..
C
Vanaf wanneer.
D
Leg uit waarom.

Slide 23 - Quiz

Demandez de l'aide.
A
Vanaf wanneer.
B
Vraag de weg.
C
Vraag hulp.
D
Schrijf de zin over.

Slide 24 - Quiz

Qu'est-ce qui est arrivé?
A
Wat is er gebeurd?
B
Wat is de mening?
C
Wat is het doel?
D
Wat was de oorzaak?

Slide 25 - Quiz

Qu'est-ce que l'auteur veut montrer?
A
Wat denkt de schrijver?
B
Waarom schrijft de schrijver.
C
De schrijver is bang dat...
D
Wat wil de schrijver laten zien?

Slide 26 - Quiz

Comment peut-on ... résumer?
A
Hoe kan men ... samenvatten?
B
Wat wil dat zeggen?
C
Welke reden geeft hij..
D
Over wat gaat het?

Slide 27 - Quiz

Que dit-on dans cette phrase?
A
Welke reden geeft hij?
B
Wat zegt de tekst over?
C
Wat zegt men in die zin?
D
Over wat gaat het?

Slide 28 - Quiz

Grammaire
  • regelmatige werkwoorden
  • schrijven
  • lezen
  • luisteren
  • bovenbouw

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Volgende les
  • volgende week: geen les i.v.m. hemelvaart
  • leer de voca
  • maak grammaire C

Slide 31 - Diapositive