Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica - start
Grammatica
Wat is dat?
1 / 10
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Cette leçon contient
10 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatica
Wat is dat?
Slide 1 - Diapositive
Wat weet je nog/al over grammatica? (zinsdelen en woordsoorten)
Slide 2 - Carte mentale
Zinsontleding
Je kunt een zin in stukken hakken. Elk stuk heeft een andere functie in de zin.
Ik ga naar de supermarkt.
Ik -> wie doet iets?
ga -> wat wordt er gedaan?
naar de supermarkt -> waar is het?
Woordsoorten
Elke zin bestaat uit verschillende soorten woorden. Het ene woord is anders dan het andere woord.
Telefoneren -> iets dat je doet
Telefoon -> een voorwerp
Slide 3 - Diapositive
Zinsontleding
Hoe hak je een tekst in stukken?
Welke zinsdelen ken je al?
Slide 4 - Diapositive
Hoe hak je een tekst in stukken?
1. Zoek de persoonsvorm.
2. Alles wat in zijn geheel vóór de persoonsvorm kan staan, is een zinsdeel.
3. Zet tussen de verschillende zinsdelen een zinsdeelstreep.
Slide 5 - Diapositive
1. Zoek de persoonsvorm
Werkwoord
PV = persoonsvorm
De PV heeft het getal en de tijd aan
Getal: Ik
ga
fietsen. Wij
gaan
fietsen.
Tijd: Ik
ga
fietsen. Ik
ging
fietsen.
Dus: als je de PV wilt vinden, verander je in de zin het getal of de tijd. Even oefenen...
Slide 6 - Diapositive
Wat is de PV?
Lotte leest graag.
Slide 7 - Question ouverte
Wat is de PV?
Ik wil niemand verraden.
Slide 8 - Question ouverte
Wat is de PV?
Morgen voetbal ik in Stevensbeek.
Slide 9 - Question ouverte
Aantekening persoonsvorm
Er zijn twee manieren om de persoonsvorm (PV) te vinden:
Zet de zin in een andere tijd: maak van de tegenwoordige tijd de verleden tijd of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Verander het getal van de zin: maak van het enkelvoud (één persoon of ding) het meervoud of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Maak een vraagzin: het werkwoord dat vooraan in de zin komt te staan, is de persoonsvorm. Let op! Deze regel werkt niet altijd.
Slide 10 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Opstart grammatica v1
Octobre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Opstart grammatica hv1
Octobre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les 4 (13 september 2024)
Septembre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
SCC D1 L5 zinsleer (herhaling)
Août 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Onderwerp en persoonsvorm
Novembre 2023
- Leçon avec
52 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 2 (31 Augustus 2024)
Août 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Grammatica - Zinsdelen 1E
Mars 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Persoonsvorm en zinsdelen
Octobre 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1