1BK - H4 Woordenschat les 1

Boekendoos van elkaar beoordelen
Ik kan beschrijven wat een tegenstelling is
Ik kan van verschillende woorden een tegenstelling geven
Woord van de week
Tegenstelling: wat is dat?
Nederlands
23 maart
Opdrachten:
blz 140  opdracht 1 tot en met 4

Afmaken opdracht 1 tot en met 4
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Boekendoos van elkaar beoordelen
Ik kan beschrijven wat een tegenstelling is
Ik kan van verschillende woorden een tegenstelling geven
Woord van de week
Tegenstelling: wat is dat?
Nederlands
23 maart
Opdrachten:
blz 140  opdracht 1 tot en met 4

Afmaken opdracht 1 tot en met 4

Slide 1 - Diapositive

Raadsel: Zoek op de volgende slide de zevende dwerg.

Let op: als je hem al kent, mag je niks zeggen!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Woord van de week
Wie?
Tonton

Slide 4 - Diapositive

Een leesboek uitzoeken
  • Leesboek 2
  • C-boek
  • Controle bij docent
  • Opdracht: een verslag

Wie heeft het al
doorgegeven?

Slide 5 - Diapositive

Tegenstellingen

Tegenstellingen zijn woorden die het tegenovergestelde betekenen. Soms kun je de betekenis van een onbekend woord raden, omdat de tegenstelling van dat woord in de tekst staat.


Woorden als maar, echter, toch en daarentegen geven aan dat er een tegenstelling wordt genoemd.


Slide 6 - Diapositive

Bedenk een zin met daarin een tegenstelling.

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de tegenstelling van internationaal?
timer
0:20

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de tegenstelling van prijzig?
timer
0:20

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de tegenstelling van riskant?
timer
0:20

Slide 10 - Question ouverte

Aan het werk!
H4 Woordenschat, bladzijde 140

Maken: opdracht 1 tot en met 4


Klaar? Geef dit bij de docent aan (chat).
In de volgende les kijken we het gezamenlijk na!

Slide 11 - Diapositive

Tegenstellingen
Wat zijn dit?
A
Woorden met een tegenovergestelde betekenis.
B
Meningen die iets tegenspreken.
C
Woorden die hetzelfde of bijna hetzelfde betekenen.
D
De, het & een.

Slide 12 - Quiz

Wat ging er goed?
En wat was nog lastig?

1. Heb ik mij goed kunnen concentreren?
2. Wat heb ik geleerd deze les?

Slide 13 - Diapositive

Tot de volgende les!
De volgende les is vrijdag 19 maart
1e uur

Slide 14 - Diapositive

Nog een luisteropdracht!
Opdr. 1

Je mag vragen stellen.
Als je meer tijd nodig hebt,
steek je je hand op. 
Luister goed!

Slide 15 - Diapositive