13.3 - Het hart

Bs 13.3: Het hart
Het hart
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bs 13.3: Het hart
Het hart

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
13.1: Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
13.2 : Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Bouw van het hart
Op het plaatje: wat je links ziet noem je rechts, wat je rechts ziet noem je links.

Het hart is in twee helften verdeeld:
  • de linker harthelft 
  • de rechter harthelft

Slide 4 - Diapositive

Bouw van het hart
Iedere helft is ook in twee stukken verdeeld:
  • De boezem => bovenkant van het hart
  • De kamer    => onderkant van het hart

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

kransslagader is aftakking van de aorta
Aftakking naar het hart
kransslagader - voorziet het hart van zuurstof en voedingsstoffen

kransader- afvoer van CO2 en afvalstoffen, bloed gaat rechtstreeks de rechterboezem in

Slide 7 - Diapositive

Feiten over het hart
  • De wand van de linkerkamer is dikker dan de wand van de rechterkamer (linkerkamer pompt het bloed naar alle delen van het lichaam).
  • Eerst komen de hartkleppen (kortste woord eerst) tussen de boezems en kamers, daarna de halvemaanvormige kleppen tussen kamer en longslagaders/ aorta 

Slide 8 - Diapositive

ECG: elektrische activiteit van het hart

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Werking van het hart: Hartfasen
Bloeddruk ontstaat door samentrekken van het hart

1. Bloed komt het hart binnen via de boezems uit de holle aders en longaders. 
2. Bloed stroomt naar de kamers door samentrekken van de boezems.
3. Bloed wordt weggepompt door de kamers.






Slide 11 - Diapositive

Samentrekken van de boezems
  • De boezems trekken samen
  • Bloed stroomt naar de kamers
  • De hartkleppen zijn open
  • De halvemaanvormige kleppen zijn dicht

Slide 12 - Diapositive

Samentrekken van de kamers

  • De kamers trekken samen
  • De hartkleppen zijn dicht
  • De druk in de kamers stijgt
  • De halvemaanvormige kleppen gaan open
  • Het bloed stroomt de aorta en longslagader in

Slide 13 - Diapositive

Hartpauze
  • Kamers en boezems zijn ontspannen
  • Bloed stroomt vanuit holle aders en longaders naar de boezems en kamers
  • Hartkleppen zijn open
  • Halve maanvormige kleppen zijn dicht

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen
13.1: Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
13.2 : Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 16 - Diapositive

Welke fase van de werking van het hart komt na het samentrekken van de boezems?
A
Samentrekken van de kamers
B
Samentrekken van de hartspier
C
Hartpauze
D
Samentrekken van de aorta

Slide 17 - Quiz

Wat is de functie van de halvemaanvormige kleppen in het hart?
A
Het tegenhouden van bloed vanuit de longslagader terug naar de linkerkamer.
B
Het tegenhouden van bloed vanuit de longslagader terug naar de rechterkamer.
C
Het tegenhouden van bloed vanuit de aorta terug naar de linkerkamer.
D
Het tegenhouden van bloed vanuit de aorta terug naar de rechterkamer.

Slide 18 - Quiz

Zijn de hartkleppen open of gesloten tijdens de hartpauze?
A
Open
B
Gesloten

Slide 19 - Quiz

Welke klep zit tussen boezem en kamer?
En wanneer is die dicht?
A
Hartklep - als Boezem samentrekt
B
Hartklep - als Kamer samentrekt
C
Halvemaanvormige klep - als Boezem samentrekt
D
Halvemaanvormige klep - als Kamer samentrekt

Slide 20 - Quiz

Wat is de volgorde van de fasen van een hartslag?
A
boezems - hartpauze - kamers
B
kamers - boezems - hartpauze
C
kamers - hartpauze - boezems
D
boezems - kamers - hartpauze

Slide 21 - Quiz

Welk deel van het hart heeft de meest gespierde wand?
A
De linker boezem
B
De linker kamer
C
De rechter boezem
D
De rechter kamer

Slide 22 - Quiz

Hoe komt de hartspier aan zuurstof?
A
Hij haalt zuurstof uit het bloed in de boezems en kamers
B
Hij krijgt zuurstof via kransslagaders
C
Hij krijgt zuurstof uit de aorta
D
De longen geven meteen zuurstof aan het hart

Slide 23 - Quiz