mavo 2 les 17

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

In teksten kom je vaak zinnen met figuurlijke betekenis tegen.


Om teksten goed te kunnen begrijpen, is het belangrijk om figuurlijk taalgebruik te herkennen.


Wanneer je zinnen met een figuurlijke betekenis letterlijk opvat, dan is het moeilijk om de tekst te begrijpen.

Slide 4 - Diapositive

Bij figuurlijke taal betekent een woord niet precies wat er staat.
.
Voorbeelden:
Hij woont in het hart van de stad.
Het is een beer van een vent.
Door hem ben ik nu mooi de sigaar.
Natalie staat te springen om op vakantie te gaan.


beeldspraak

Slide 5 - Diapositive

LETTERLIJK


- precies zoals het geschreven is

FIGUURLIJK


- bij wijze van spreken


- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat


- ook wel beeldspraak genoemd

Slide 6 - Diapositive

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


LETTERLIJK

Er kwamen geen kippen naar de gratis tennisles



Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


FIGUURLIJK

Er kwam helemaal niemand naar de gratis tennisles

Slide 7 - Diapositive

De conciërge trekt aan de bel.

Wat is de letterlijke betekenis?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Maak de sleepvraag. Je kunt de blauwe hokjes slepen naar de rode hokjes.

Slide 12 - Diapositive

iemand die ergens langs komt

iemand die in de middeleeuwen van zijn geloof afviel

naar een andere plaats brengen  

iemand die iets huurt

  wat ergens aan toegevoegd is  

klein computerprogramma met een bepaalde functie 

de tool

de bijlage
de huurder

transporteren


de ketter 

de voorbijganger

Slide 13 - Question de remorquage

Kies de zinnen waar figuurlijk taalgebruik in voorkomt.
stopwatch
00:00
A
We zullen deze meneer eens flink aan de tand voelen
B
Waarom doet u dat, u bent toch geen tandarts?
C
Wat bedoelt u ? Ik zie helemaal niets aan uw hoofd.
D
‘Ik krijg een punthoofd van u

Slide 14 - Quiz

Wat betekent:
aan de tand voelen
stopwatch
00:00

Slide 15 - Question ouverte

Wat betekent:
een punthoofd krijgen
timer
1:00

Slide 16 - Question ouverte


Noem de letters van de zinnen die figuurlijk zijn.

Type hoofdletters met een spatie ertussen
timer
1:00

Slide 17 - Question ouverte

Mijn oom rookt als een
timer
1:00
A
paard
B
roos
C
pauw
D
ketter

Slide 18 - Quiz

Zij liet me vallen als een
timer
1:00
A
roos
B
rietje
C
baksteen
D
deur

Slide 19 - Quiz

Die baby slaapt als een
timer
1:00
A
baksteen
B
pauw
C
roos
D
deur

Slide 20 - Quiz

Het hondje staat te trillen als
timer
1:00
A
ketter
B
rietje
C
deur
D
baksteen

Slide 21 - Quiz

Zij is zo trots als een ........


deur, pauw, rietje, baksteen, roos of paard 
timer
1:00

Slide 22 - Question ouverte

Ik heb honger als een...
deur, pauw, rietje, baksteen, roos of paard
timer
1:00

Slide 23 - Question ouverte

Die jongen is zo gek als een
deur, pauw, rietje, baksteen, roos of paard
timer
1:00

Slide 24 - Question ouverte

Hij heeft de wind in de zeilen
timer
1:00
A
Hij gaat slapen
B
Het gaat goed met hem
C
Hij let goed op wat er gebeurt

Slide 25 - Quiz

Hij gaat onder zeil
timer
1:00
A
Hij gaat slapen
B
Het gaat goed met hem
C
Hij let goed op wat er gebeurt

Slide 26 - Quiz

Hij houdt een oogje in het zeil
timer
1:00
A
Hij gaat slapen
B
Het gaat goed met hem
C
Hij let goed op wat er gebeurt

Slide 27 - Quiz

Stel één vraag over de lesstof die je nog niet helemaal goed hebt begrepen.

Slide 28 - Diapositive


Wat is de betekenis van onderstaande zin?

Slide 29 - Question ouverte


Wat is de betekenis van onderstaande zin?

Slide 30 - Question ouverte


Wat is de betekenis van onderstaande zin?

Slide 31 - Question ouverte


Wat is de betekenis van onderstaande zin?

Slide 32 - Question ouverte


Wat is de betekenis van onderstaande zin?

Slide 33 - Question ouverte


Wat is de betekenis van onderstaande zin?

Slide 34 - Question ouverte


Wat is de betekenis van onderstaande zin?

Slide 35 - Question ouverte

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Zoek de zin met een metafoor
A
Het peloton bereikte de voet van de berg.
B
Dat schaap heeft zich weer beet laten nemen.
C
Met lood in zijn schoenen begon hij de wedstrijd.

Slide 40 - Quiz

Die stratenmaker heeft een paar handen als kolenschoppen
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 41 - Quiz

Hij ging er als een haas vandoor.
A
metafoor
B
vergelijking

Slide 42 - Quiz