Stage 3 Hoofdstuk 5

• Burgerschapsonderwijs

Praktijk en loopbaan

Stage 3

Hoofdstuk 5

Samenwerken

v

Samenwerken

Samenwerken

Bladzijde 48

Wat is belangrijk voor een goede samenwerking?

Belangrijk

Niet belangrijk

Elkaars allerbeste vrienden zijn

Afspraken nakomen

Rekening met elkaar houden

Dezelfde talenten hebben

Maak opdracht 1 tot en met 3

Bladzijde 49

Verantwoordelijk zijn

Bladzijde 50

Je maakt een taart in een groepje van 4. 

Jij moet het beslag maken. Waarvoor ben jij verantwoordelijk?

1. Alleen het beslag
2. Voor het beslag en de hele taart
3. Voor het beslag en het glazuur aanbrengen
4. Voor de boodschappen, het beslag en de hele taart

Maak opdracht 4 en 5

Bladzijde 50 en 51

Van elkaar leren

Bladzijde 52

Je gaat met een groep een moeilijke taak uitvoeren.

Hoe kun je bij het samenwerken van elkaar leren? 

Door:

1. Net doen alsof je de taak helemaal niet moeilijk vindt
2. Hulp vragen aan iemand die de taak ook moeilijk vindt
3. Hulp vragen aan iemand die de taak goed kan
4. Iemand anders de taak in zijn eentje laten opknappen

Maak opdracht 6 en 7

Bladzijde 52 en 53

Zelfstandigheid

Bladzijde 53

Door samen te werken word je:

1. arroganter
2. liever
3. luier
4. zelfstandiger

Maak opdracht 8 en 9

Bladzijde 53 en 54

Welke vaardigheden heb je nodig om goed te kunnen samenwerken?

Wel nodig

Niet nodig

Plannen

Afspraken nakomen

Overleggen

Goed alleen kunnen werken

Maak opdracht 10 en 11

Bladzijde 54 en 55

Kritiek

Bladzijde 56

Wanneer geef je iemand kritiek? 

Als je:

1. vindt dat die persoon iets verkeerd doet of zegt
2. vindt dat die persoon iets heel goeds doet of zegt
3. jaloers bent op die persoon omdat hij zijn werk goed doet
4. die persoon eens flink aan het huilen wilt maken

Maak opdracht 12

Bladzijde 56

Kritiek geven

Bladzijde 56

Wat is een goede manier van kritiek geven?

1. Ik vind jou stom.
2. Jij bent altijd te laat.
3. Ik vind dat je netjes werkt, maar soms vergeet je klanten te begroeten.
4. Ik vind jou onbeleefd. Volgens mij vindt geen enkele klant jou aardig.

Maak opdracht 13 en 14

Bladzijde 56 en 57

Vergaderen

Bladzijde 57

Wat is de agenda voor een vergadering?

1. 
2. 
3. 
4. 

Maak opdracht 15 tot en met 17

Bladzijde 58 tot en met 60

Maak keuzeopdracht 18 en/of 19 en opdracht 20

Bladzijde 61 en 64

Noem een ding wat je moeilijk vindt aan samenwerken.