herhaalles

Welcome to the big fat quiz of everything!

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welcome to the big fat quiz of everything!

Slide 1 - Diapositive

A warm up: Hoe zeg je veel in het Engels?

Slide 2 - Carte mentale

A warm up: Hoe zeg je veel in het Engels?

Slide 3 - Carte mentale

how can you tell the difference between much and many??

Slide 4 - Question ouverte

I don't really have much/many money.
A
much
B
many

Slide 5 - Quiz

much/many?

.................. people
A
much
B
many

Slide 6 - Quiz

much/many?

...................... time
A
much
B
many

Slide 7 - Quiz

much/many?

............... umbrellas
A
much
B
many

Slide 8 - Quiz

much/many?
............... love
A
much
B
many

Slide 9 - Quiz

Ik denk wel dat ik weet hoe ik much and many moet gebruiken....
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Sondage

Lightning vocab round

Slide 11 - Diapositive

optellen
A
add up
B
count up

Slide 12 - Quiz

Vooral
A
foremost
B
mostly

Slide 13 - Quiz

zich voorstellen (in je hoofd😬)
A
to introduce
B
imagine

Slide 14 - Quiz

earring
afraid
skirt
underneath
wellies
size

Slide 15 - Question de remorquage

Ik ken de woorden...
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Wat is een "tag"

Slide 17 - Carte mentale

geef een voorbeeld van een "tag"...

Slide 18 - Question ouverte

The boys are happy,
A
are they?
B
they are?
C
aren't they?
D
aren't the boys

Slide 19 - Quiz

Mom and dad have a great house, ......
A
don't they?
B
do they
C
haven't they?
D
have they?

Slide 20 - Quiz

John can't help her, .......
A
doesn't he?
B
does he?
C
can't he
D
can he?

Slide 21 - Quiz

Mom is a great cook, ....
A
isn't she?
B
is she?
C
doesn't she?
D
does she?

Slide 22 - Quiz

My brothers always work hard,.....
A
do they?
B
don't they?
C
aren't they?
D
are they?

Slide 23 - Quiz

Ik snap wel hoe ik de tags moet gebruiken...
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Hoe zeg je dat je iets nu aan het doen bent in het Engels?? overleg en geef een voorbeeldzin in het Engels

Slide 25 - Question ouverte

hoe zeg je; Ik ben nu aan het rennen.

Slide 26 - Question ouverte

hoe zeg je; Stil(Quiet please), ik ben met mijn vriendin aan het praten!

Slide 27 - Question ouverte

hoe zeg je; Ik ben aan het winnen!!

Slide 28 - Question ouverte

Die present continuous snap ik wel en kan ik goed toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

kan je een paar voorbeelden geven van bezittelijk voornaamwoorden in het Engels? denk aan; mijn, haar, zijn, jouw etc.

Slide 30 - Carte mentale

This is .... sweater.
A
my
B
mine

Slide 31 - Quiz

I know. But it's not .......... I borrowed it from Gaby.
A
my
B
mine

Slide 32 - Quiz

Who's Gaby? Is she ....... sister?
A
my
B
mine
C
your
D
yours

Slide 33 - Quiz

Time for......
maths test! Are you ready?
A
our
B
ours

Slide 34 - Quiz

I really want to have it, but it's not .....
A
her
B
hers
C
my
D
mine

Slide 35 - Quiz

hoeveel vertrouwen heb je in je toets??
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Sondage

Wat ga je komende week doen voor Engels en wie kan je helpen?

Slide 37 - Question ouverte