Week 4 - werkwoordspelling in vogelvlucht

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

In de TT krijgen hij/zij/jij dus stam+t. Wat is de uitzondering?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Hoe weet je of je +te(n) of +de(n) gebruikt in de vt?
A
't ex-kofschip
B
verlengproef
C
je hoort het verschil
D
op gevoel

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Voltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord
Sleep de onderstaande woorden naar het juiste rode vak
slapend
huilend
kijkend
troostend
gapend
gemaakt
beleefd
gestampt
gekocht
geleefd

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Gewapend met de steun van tienduizenden mensen toog Arjen Lubach als Farao Arjen Hendrik I naar de Tweede Kamer om zijn burgerinitiatief in te dienen. De bejubelde programmamaker overhandigde de handtekeningen op een gouden usb-stick aan VVD-Kamerlid Helma Nepperus. Het moment werd live uitgezonden op Periscope. Lubach  wil  als Farao der Nederlanden als tweede nationale mascotte naast koning Willem-Alexander staan.
Persoonsvorm
Verander tijd of getal van de zin. De persoonsvorm verandert mee.

Voltooid deelwoord
Geeft aan dat iets is afgerond. 

Onvoltooid deelwoord
Geeft aan hoe iets of iemand iets doet. Is op dat moment nog bezig.

Infinitief
Een heel werkwoord, maar niet de persoonsvorm. Dit werkwoord verandert niet mee als je tijd of getal verandert.

Bijvoeglijk gebruikt werkwoord
Een werkwoord dat als een bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt.
persoonsvorm
voltooid deelwoord
infinitief
onvoltooid deelwoord
bijvoeglijk
gebruikt
werkwoord
bejubelde
Gewapend
toog
overhandigde
werd
wil
staan
uitgezonden
dienen

Slide 16 - Question de remorquage

Zo goed beheers ik werkwoordspelling:
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage