Les 6 - H2 - 2.1 Duurzame productiemiddelen 2.2 Afschrijving

Duurzame productie middelen 
en jaarlijkse afschrijvingen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Duurzame productie middelen 
en jaarlijkse afschrijvingen

Slide 1 - Diapositive

Voorbeeld van duurzaam productiemiddel

Slide 2 - Carte mentale

2.1 Duurzame productiemiddelen
  • Gaat lang mee
  • Product slijt waardoor waarde minder wordt
  • Vermindering van waarde = afschrijvingskosten

Slide 3 - Diapositive

Bedrag wat je moet betalen
Kosten voor onderhoud, reperatie, verzekering
Economische levensduur
Technische levensduur
restwaarde
Aanschafwaarde
Complementaire kosten
Periode waarin het middel economisch rendabel is
Tijd waarin het productiemiddel nog werkt
Waarde die een middel heeft aan het eind van de economische levensduur

Slide 4 - Question de remorquage

Welke levensduur is gemiddeld langer? 

Slide 5 - Diapositive

2.2 Hoeveel schrijf je per jaar af? 
2 verschillende manieren van afschrijven:
  1. Vast bedrag per jaar
  2. Vast % van de boekwaarde

Slide 6 - Diapositive

Vast bedrag per jaar afschrijven
Wat heb je nodig:
  1. Aanschafwaarde
  2. Restwaarde
  3. Economische levensduur

(Aanschafwaarde - Restwaarde)/Economische levensduur = Afschrijving per jaar

Slide 7 - Diapositive

Een ijsjesmachine kost €2.470. De restwaarde is €300. De economische levensduur is 7 jaar. Wat zijn de afschrijvingskosten per jaar?

Slide 8 - Question ouverte

Vast % van de boekwaarde afschrijven
Waarom: 
  1. Waardevermindering is in het begin hoger dan op het eind
  2. Bijkomende kosten voor onderhoud en reparatie lopen op als het product ouder wordt.



Slide 9 - Diapositive

Vast % van de boekwaarde afschrijven
Wat heb je nodig: 
  1. Aanschafwaarde
  2. Restwaarde
  3. % wat je jaarlijks wilt afschrijven



Slide 10 - Diapositive

Een computer kost €7.000 en heeft een economische levensduur van 5 jaar. Men verwacht geen restwaarde. Wat is de afschrijving in het 1e jaar als het afschrijvingspercentage 25% is?

Slide 11 - Question ouverte

1 PC kost €7.000. Restwaarde is €0. Economische levensduur is 5 jaar. De kosten starten met €300 per jaar en stijgen met 20% per jaar. Wat is de jaarlijkse afschrijving (vast bedrag per jaar). Wat zijn de kosten per jaar?
Jaar
Boekwaarde begin
Afschrijving
Boekwaarde eind
Kosten onderhoud
Totale kosten
1
€7.000
2
3
4
5

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk
Leerboek: Paragraaf 2.1 en 2.2 lezen 
Werkboek maken: 
Paragraaf 2.1 opdracht 2.3.4.5.6.8.9
Paragraaf 2.2 opdracht 1.2.3.4.5.6.8

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat zijn allemaal bijkomende (complementaire) kosten van een auto?

Slide 15 - Question ouverte

Een mercedes G-63 AMG kost €272.891. (bouwjaar 2018). De afschijving is 15% van de aanschafwaarde. Wat is nu de waarde?

Slide 16 - Question ouverte

Een mercedes G-63 AMG kost €272.891. (bouwjaar 2018). De afschijving is 15% van de boekwaarde. Wat is nu de waarde?

Slide 17 - Question ouverte