Periode 2 les 1. Argumenten vanuit de geschiedenis

God, iets, niets.
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

God, iets, niets.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je weet hoe de natuurwetenschap voor de verlichting dacht over het ontstaan van de kosmos en de oorzaak ervan.
  • Je kunt het ontologisch argument van Anselmus  uitleggen. 
  • Je begrijpt het kosmologisch argument van  Thomas van Aquino.
  • Je kent de inhoud van het kalamargument en kunt dit   uitleggen.
  • Je weet wat "intelligent Design" inhoudt.
  • Je weet hoe de vroegere natuurwetenschappers dachten over het ontstaan van de aarde en het heelal. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De mens heeft zich een God bedacht naar zijn eigen beeld. Bij welke filosoof sluiten haar gedachten aan?
A
Freud
B
Lewis
C
Socrates
D
Plato

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het bestaan van God kan niet worden bewezen, maar ook niet worden ontkracht.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Bedenk een zwaarwegend of lastig te weerleggen argument tegen het bestaan van God. Leg uit waarom.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Bedenk een zwaarwegend of lastig te weerleggen argument voor het bestaan van God. Leg uit waarom.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Ontologisch argument 
van  Anselmus van Cantenburry (1033-1109)

Anselmus van Cantenburry

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

01:28

Wat is het verschil tussen filosofie en theologie.
A
Filosofie is een wetenschap en theologie niet.
B
Filosofie gaat uit van het atheïsme en theologie niet.
C
Theologie bestudeert godsdienst en filosofie niet.
D
Theologie handelt vanuit geloof en filosofie niet.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:28

Waarom is religie zo belangrijk?
A
Het heeft grote invloed gehad op de geschiedenis.
B
Het heeft mensen teleur gesteld.
C
Het maakt dat mensen lijden aan neuroses.
D
Het maakt dat mensen de geschiedenis anders gaan bekijken.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

04:32

Hoe luidt het ontologische Gods argument van Anselmus?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als God alleen zou bestaan als "idee" en niet in de werkelijkheid dan zou God  niet meer het ‘volmaakte’ kunnen zijn. 

Aangezien het idee God + een bestaande God logischerwijs ‘groter’ en dus ‘volmaakter’ is dan alleen maar het idee God, moet dat wel betekenen dat God ook in werkelijkheid bestaat.
Ontologisch Godsbewijs

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 2. Kosmologisch argument(en)
van Thomas van Aquino (1225-1274)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

03:20

Bij welke oude filosoof sluit Thomas van Aquino aan?
A
Plato
B
Socrates
C
Aristoteles
D
Freud

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

04:08

Welke benaming hebben Aristoteles en Aquino voor God?
A
Bewogen beweger
B
Onbewogen onbeweger
C
Bewogen onbeweger
D
Onbewogen beweger

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

05:36

Een samenvatting van dit argument luidt:
A
Er is altijd iets dat niet bestaan heeft.
B
Iets kan niet uit niets zijn ontstaan.
C
Er moet iets zijn dat altijd heeft bestaan.
D
Er is niets dat altijd heeft bestaan.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

06:32

Argument 4: God als de .....
A
eerste oorzaak
B
noodzakelijke mogelijkheid
C
perfecte maatstaf
D
schepper

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Intelligent design (5e argument)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat betekent "teleologie"?
A
de leer van het leven
B
de leer van de waarheden
C
de leer van de betekenissen
D
de leer van de doelen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaat niet (zoals de evolutietheorie) uit van toeval. 

 Het universum is  het plan van een 'ontwerper'. 

Gaat niet (zoals in het creationisme) uit van een schepping die zich in korte tijd  heeft afgespeeld.
Intelligent design

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Er moet een oorzaak zijn voor alle veranderingen. 
Conclusie: De eerste beweger:  God.

2. Oorzaken komen altijd voor in series, er zou een eerste oorzaak moeten zijn.
Conclusie: De eerste oorzaak: God.

   De 5 Godsbewijzen (kosmologisch argument)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Dingen in de wereld komen en verdwijnen. 
Niet alles zou zo kunnen zijn, want dan zou er een tijd zijn geweest waarin er niets was, maar dan had er ook niets kunnen ontstaan, want iets kan niet uit niets voorkomen. 

Conclusie: Er moet dus iets zijn dat altijd bestaan heeft: God.
   De 5 Godsbewijzen  (kosmologisch argument)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Sommige dingen komen in diverse kwaliteiten voor. 
Deze verschillende kwaliteiten worden veroorzaakt door iets wat de grootste hoeveelheid of perfecte hoeveelheid van die kwaliteit bezit. 
Conclusie: Er moet dus een volledig ‘goed’ ding zijn dat alle andere dingen goed maakt: God.
   De 5 Godsbewijzen  (kosmologisch argument)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Alle dingen streven naar een ultieme bedoeling of verwezenlijking. 
Het hebben van een doel impliceert een iets/ iemand die het doel stelt.  
Conclusie: die iemand is God.
 (Teleologisch argument)
   De 5 Godsbewijzen  (kosmologisch argument)

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Kalam argument

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Alles wat begint te ontstaan heeft een oorzaak.
  • Het universum is begonnen met ontstaan en moet dus een ontstaansoorzaak hebben.
  • Het universum is; alle ruimte, alle tijd en alle materie.
  • De ontstaansoorzaak: alle buitenruimtelijke, buitentijdelijke en buitenmateriele oorzaak.
  • Deze oorzaak kun je definiëren als God.
Het Kalamargument

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

01:10
Wat is een goede samenvatting van het eerste deel van het argument?
A
Niets wat begint te ontstaan heeft een bestaansoorzaak.
B
Alles wat begint te ontstaan heeft een bestaansoorzaak.
C
Alles wat begint te ontstaan heeft geen bestaansoorzaak.
D
Alles begint te ontstaan heeft een bestaansoorzaak.

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

02:35
Welke ontdekking van Einstein bevestigt dat het universum een begin heeft?
A
De Relativiteitstheorie
B
De theorie van de Thermodynamica
C
De theorie van de Mechanica
D
De Snaartheorie

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Natuurwetenschap/ Oude filosofen
Socrates: Geloofde in een mogelijkheid van een goddelijk wezen. (absolute waarheden)
Aristoteles: Doeldenken, voorloper van Intelligent design (onbewogen beweger)
Plato: De wereld werd geschapen door een Demiurg.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


  • Kepler: God als super-ingenieur.
  • Voltaire: Ik kan me niet voorstellen dat dit uurwerk geen klokkenmaker heeft.
  • Einstein: God heeft zich geopenbaard in de harmonie van de natuur en de kosmos.
De Natuurwetenschap

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kwam het dat men na de Middeleeuwen God geleidelijk ging zien als een super-ingenieur?
1
Waarom kun je zeggen dat de moderne natuurwetenschap uitgaat van een "ontgoddelijkte werkelijkheid"?
2
timer
5:00
Opdrachten

Slide 35 - Diapositive

1.De wetten die men door natuurwetenschappelijk onderzoek vaststelde, werden gezien als het werk van God.  God heeft alles gemaakt dus ook deze wetten. Als Schepper is Hij de uitvinder van alles.
2. De hypothese God wordt niet meegenomen, maar buiten beschouwing gelaten.
Zijn de leerdoelen behaald?
  • Ik weet hoe de natuurwetenschap voor de verlichting dacht over het ontstaan van de kosmos en de oorzaak ervan.
  • Ik kan het ontologisch argument van Anselmus  uitleggen. 
  • Ik begrijp het kosmologisch argument van  Thomas van Aquino.
  • Ik ken de inhoud van het kalamargument en kunt dit  uitleggen.
  • Ik weet wat "intelligent Design" inhoudt.
  • Ik weet hoe de vroegere natuurwetenschappers dachten over het ontstaan van de aarde en het heelal. 

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions