H 8.1 Eenheden

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk nakijken


Geen huiswerk

Slide 2 - Diapositive

2,3 x 10 =
A
0,023
B
0,23
C
2,3
D
23

Slide 3 - Quiz

4,56 x 100 =
A
0,456
B
4,56
C
45,6
D
456

Slide 4 - Quiz

2,3 x 1000 =
A
23
B
230
C
2 300
D
23 000

Slide 5 - Quiz

2,3 x 1000 =
A
23
B
230
C
2 300
D
23 000

Slide 6 - Quiz

4,56 : 10 =
A
0,456
B
4,56
C
45,6
D
456

Slide 7 - Quiz

20,6 : 100 =
A
20,6
B
2,06
C
0,206
D
0,0206

Slide 8 - Quiz

210 : 1000 =
A
21,0
B
0,210
C
210
D
210 000

Slide 9 - Quiz

Een brugklasser weegt ongeveer ... kg?
A
9
B
42
C
120
D
200

Slide 10 - Quiz

In een beker kan ongeveer ... ml thee.
A
9
B
42
C
120
D
200

Slide 11 - Quiz

Een auto op de snelweg rijdt ongeveer ... kilometer per uur.
A
9
B
42
C
120
D
200

Slide 12 - Quiz

Een huis is ongeveer ... meter hoog.
A
9
B
42
C
120
D
200

Slide 13 - Quiz

2,5 uren = ... minuten
A
250
B
150
C
2,5
D
180

Slide 14 - Quiz

1,5 dag = ... uren
A
12
B
24
C
36
D
48

Slide 15 - Quiz

20 weken = ... dagen
A
7
B
21
C
91
D
140

Slide 16 - Quiz

Gijs en Daniël zijn tweelingbroers.
Gijs zegt dat hij 1,63 m lang is.
Daniël zegt dat hij 163 cm lang is.
Wie is het grootst?
A
Gijs
B
Daniël
C
Geen van beide
D
Ze zijn evenlang

Slide 17 - Quiz

Doelen van deze les
Ik weet wat eenheden zijn. 
Ik ken de afkortingen van de meest voorkomende eenheden. 
Ik ken de waarden van de woorden: kilo = 1000 - hecto = 100 - deca = 10 - deci = 0,1 - centi = 0,01 - milli = 0,001. 
Ik weet wat grootheden en eenheden zijn. 
Ik kan grootheden en eenheden aan elkaar koppelen. 

Slide 18 - Diapositive

Eenheden (blz. 78)
Eenheden
kg, g 
km, m, cm, mm
l, ml
km/uur, m/s


Grootheden
gewicht
lengte
oppervlakte
inhoud
snelheid

Slide 19 - Diapositive

Afkortingen (blz. 78)
kilometer = km                                 liter = l
meter = m                                       milliliter = ml
centimeter = cm
milimeter = mm                       kilometer per uur = km/uur
                                            meter per seconde = m/s
kilogram = kg
gram = g

 









aantal
240









aantal







Slide 20 - Diapositive

Opdracht 3 (blz. 79)
Vul in: cm, ℃, ml, g, minuten

a. Neem 400 ... koolvisfilet.
b. Neem 4 stukken aluminiumfolie van 50 ... lang.
c. Gebruik 20 ... zonnebloemolie.
d. Zet de oven op 200 ...
e. Maak de vispakketjes in 30 ... klaar.
 









aantal
240









aantal







Slide 21 - Diapositive

Waarde van de woorden (blz. 80)

 









aantal
240









aantal







kilo            = duizend              = 1000
hecto         = hecto                 = 100
deca          = tien                   = 10
deci           = een tiende          = 0,1
centi          = een honderste     = 0,01
milli           = duizendste          = 0,001

Slide 22 - Diapositive

Opdracht 8 (blz. 80)

a. Hoeveel liter is een hectoliter?
b. Hoeveel meter is een centimeter?
c. Hoeveel gram is een milligram?
 









aantal
240









aantal







Slide 23 - Diapositive

Doelen van deze les
Ik weet wat eenheden zijn. 
Ik ken de afkortingen van de meest voorkomende eenheden. 
Ik ken de waarden van de woorden: kilo = 1000 - hecto = 100 - deca = 10 - deci = 0,1 - centi = 0, 01 - milli = 0,001. 
Ik weet wat grootheden en eenheden zijn. 
Ik kan grootheden en eenheden aan elkaar koppelen. 

Slide 24 - Diapositive

Huiswerk

H 8.1
Opdrachten
4, 5, 6 

Slide 25 - Diapositive