Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Landschappen
Slide 1 - Diapositive
Het Klimaat:
Je meet:
het gemiddelde weer
over 30 jaar
in een groter gebied
kan niet snel veranderen
Slide 2 - Diapositive
hoeveelheid neerslag per maand in mm
klimaatdiagram ->
Hoe werkt het?
Deze rode lijn geeft altijd de temperatuur per maand aan.
Rechts staat de temperatuur in graden Celsius
De blauwe staafjes geven de neerslag per maand aan. Elke staafje is een maand van het jaar.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
A. Tropisch klimaat: Tropisch regenwoud
B. Droog klimaat: Woestijn en grasvlaktes
C. Gematigd klimaat: landen met 4 seizoenen (zoals Nederland)
D. Landklimaat: landen met groot verschil in seizoenen (zoals Rusland)
E. Poolklimaat: Noordpool en Zuidpool
Slide 5 - Diapositive
tropisch klimaat
gematigd klimaat
droog klimaat
land klimaat
pool klimaat
Slide 6 - Diapositive
Tropisch klimaat
In gebieden rond de evenaar (zoals Afrika en Midden-Amerika
heel warm en klam
Veel regen, vooral in de middag
Slide 7 - Diapositive
mensen leven veel buiten en dragen weinig kleding
er leven veel tropische dieren zoals panters, papegaaien en olifanten
Slide 8 - Diapositive
Gematigd klimaat
seizoenen: winter, lente, zomer, herfst
zeeklimaat, zoals Nederland: Er valt elke maand regen
In een zee klimaat dragen mensen in de herfst vaak regenkleding, in de zomer een korte broek en in de winter een dikke jas
Slide 9 - Diapositive
in de zomer zijn de mensen veel buiten en blijven ze langer op
er leven dieren als herten, eekhoorns, vossen, mussen, ezels en berggeiten
Slide 10 - Diapositive
Droog klimaat
woestijn klimaat: weinig regen.
groot verschil tussen dag en nacht. Overdag kan het 45 graden zijn en in de nacht kan het vriezen
Slide 11 - Diapositive
in de woestijn wonen kamelen, slangen en kleine knaagdieren
mensen in de woestijn wonen in tentjes en dragen lange kleren tegen de zon
Slide 12 - Diapositive
Land klimaat
Lijkt op gematigd klimaat, maar is extremer
In de winter heel koud (-40) en zomer heel warm
Voorbeelden van landen zijn Canada en Rusland
Slide 13 - Diapositive
In de winter heb je warme kleren nodig, maar in de zomer kun je lekker een korte broek aan!
Er leven dieren als beren, wolven en elanden
Slide 14 - Diapositive
Pool klimaat
Noord en Zuid Pool
In de winter komt de zon niet op en kan het wel -60 worden
Bekijk het filmpje
Slide 15 - Diapositive
ijsklimaat: ALTIJD koud!
Hele dikke kleren nodig, anders bevries je
Er leven alleen dieren die goed tegen de kou kunnen, zoals ijsberen en pinguïns
Slide 16 - Diapositive
Toendra
Een toendra is een gebied zonder boom- en struiklaag. Het grenst aan een poolgebied. De begroeiing bestaat uit grassen, mossen, korstmossen en dwergstruiken.
Slide 17 - Diapositive
Klimaten worden bepaald door
1. afstand tot de evenaar (=breedteligging)
2. ligging aan land of aan zee
3. overheersende windrichting
4. hoogteligging
5. zeestromen
6. overheersende windrichting
Slide 18 - Diapositive
Grote oceaan
Atlantische oceaan
Indische oceaan
Antarctische oceaan (Zuidelijke oceaan)
Arctische oceaan (Noordelijke ijszee)
Grote oceaan
Slide 19 - Diapositive
Hoogteligging en temperatuur
hoe hoger hoe kouder
per 1000m -6 °C kouder
De hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen: zie kaartje in hotspot!
De vegetatiezones op een berg zijn afhankelijk van de hoogteligging. De boomgrens (punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.
Onthouden: naaldbomen kunnen beter tegen de kou, je vindt de zone met naaldbomen daarom op grotere hoogte dan de zone met loofbomen.
Slide 20 - Diapositive
Bergen en temperatuur
Bergen kunnen van invloed zijn op de temperatuur
Ze vormen een scheiding tussen warme en koude lucht
Wind kan tegengehouden worden door een gebergte.
Bijvoorbeeld de Alpen, dit gebergte beschermt als een soort muur Zuid-Europa tegen de koude noordenwind. Aan de noordkant van de Alpen is het dus kouder aan de zuidkant.
Slide 21 - Diapositive
Invloed warme Golfstroom in Europa: deze warme zeestroom zorgt ervoor dat warme lucht via zee in Europa komt. Zo zie je dat de Golfstroom langs Noorwegen gaat.... en dat heeft gevolgen!
Een koude zeestroom stroomt langs de kust van Canada. Dit zorgt voor koude lucht in dit gebied...
Wind en zeestromen kunnen zorgen voor temperatuurverschil tussen plaatsen die op dezelfde breedteligging liggen!
Slide 22 - Diapositive
Welke klimaten vallen onder het droge klimaat?
A
Steppeklimaat en savanneklimaat
B
Steppeklimaat en sneeuwklimaat
C
Woestijnklimaat en zeeklimaat
D
Woestijnklimaat en steppeklimaat
Slide 23 - Quiz
Klimaat is...
A
Dat het te warm is op de wereld nu.
B
Dat er veel regen is met hoge temperaturen.
C
Het weer wat er voor lange periode is op een bepaalde plek.
D
Hoe het landschap er uit ziet.
Slide 24 - Quiz
Nederland heeft een gematigd klimaat. In Europa zijn meerdere klimaten. Welk klimaat bestaat NIET?