Klas 3 gymn Montag, den 31. Januar 2022

Montag, den 31. Januar 2022
  • Willkommen
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Leesboekje -> Gezamelijk lezen vanaf bladzijde  38
  • Hören
  • Grammatik: vervoegen werkwoorden o.t.t. en o.v.t.
  • Grammatik: Wederkerend vnw.
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Montag, den 31. Januar 2022
  • Willkommen
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Leesboekje -> Gezamelijk lezen vanaf bladzijde  38
  • Hören
  • Grammatik: vervoegen werkwoorden o.t.t. en o.v.t.
  • Grammatik: Wederkerend vnw.
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss

Slide 1 - Diapositive

Ziele Unterichtsstunde
  • Je kunt tijdens het luisteren vragen beantwoorden.
  • Je weet hoe werkwoorden in de o.v.t. worden vervoegd. 
  • Je weet hoe de Modalverben en het werkwoord möchten in de o.t.t. en in de o.v.t. worden vervoegd. 
  • Je kunt het wederkerend vnw toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Gezamenlijk lezen
Lezen boekje voor boektoets vanaf bladzijde 38
timer
1:00

Slide 3 - Diapositive

Hören:    
Aufgabe 4.1 Hörcomic        Seite 108
Textbuch Seite 38
  • Lezen 4.1 B
-> daarna gezamenlijk luisteropdracht 14.1C
timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

Vervoegen van werkwoorden verleden tijd
  • 1e stap -> stam
  • uitgang bij zwakke werkwoorden + Modalverben -> wat valt je op?
  • Waar moet je om denken bij werkwoorden met stam op d/t
  • Welke werkwoorden horen bij werkwoorden met stam op d/t? (5 werkwoorden)
  • Verschil o.t.t. <-> o.v.t.

Slide 5 - Diapositive

Lesen + Grammatik
  • Aufgabe 7.1   Seite 116  + TB Seite 40
  • Aufgabe 10.1  Seite 121   + TB Seite 41
  • W9 Seiten 156-157
  • Leesboek t/m Seite 57

Slide 6 - Diapositive

Grammatik: Wederkerend vnw.
Stencils

  1. Bestudeer de stencils.
  2. Wat zijn de aandachtspunten? -> aantal leerlingen worden aangewezen!
  3. Vaste naamval -> twee wederkeringe vnw!
timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

Hausaufgaben:
Lernen:      Wörterliste A+B  Seiten 50-51  Textbuch
Lernen:      Grammatik vervoegen verleden tijd (1t/m2) 
                       Seiten 48-49 Textbuch (+ stencils)

Machen:
  • Lesen  bis einschließlich Seite 57
  • Aufgabe 7.1 Seite 116 + TB Seite 40
  • Aufgabe 10.1 Seite 121 + TB Seite 41
  • W9 Seiten 156-157


Slide 8 - Diapositive

Zum Schluss

Slide 9 - Diapositive

Wörterliste B
TB Seite 51

Aufgabe 8.2 -> Wörterliste B
W11 + W12

7 februari -> Aufgabe 15.1 + Leren Schreibecke
M herhalingsoefeningen online: 17.4 + alibi + oefentoets

Slide 10 - Diapositive

Leesboekje
Leesboektoets voor de voorjaarsvakantie:
  • Multiple choice vragen.
  • Open vragen.
  • Eventueel aanvulling met andere onderdelen.

Slide 11 - Diapositive

Betekenis Modalverben:

dürfen = mogen, toestemming hebben

können = kunnen, in staat zijn tot

mögen = houden van, lusten, aardig vinden
müssen = moeten/noodzaak -> het kan niet anders
Betekenis Modalverben:

sollen = moeten/bevel, wil van een ander

wollen = willen

wissen = weten

möchten = zou graag willen
(möchten andere vorm van mögen)

Slide 12 - Diapositive

Vervoegen van de Duitse Modalverben:
De Duitse Modalverben verschillen in de tegenwoordige tijd in twee belangrijke opzichten van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
  1. de enkelvoudige personen (ich, du, er, sie, es) hebben een klinkerwisseling ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
  2. de 1ste (ich) en 3de persoon enkelvoud (er, sie, es) hebben géén uitgang. Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').

Slide 13 - Diapositive

Uitzonderingen bij wissen en sollen
sollen -> geen klinkerwisseling bij: ich, du, er, sie, es, man

wissen -> bij ich, du, er, sie, es, man -> ss wordt β

Slide 14 - Diapositive

Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een e. Deze regel geldt ook voor möchten, maar.....

Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et    → e    als uitgang
er/sie/es/man möcht                   (er/sie/es/man antwortet)

Slide 15 - Diapositive