Staal spelling groep 8 blok 5, week 2, les 4

Spelling!
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling!

Slide 1 - Diapositive

Schrijf het woord correct...

Slide 2 - Question ouverte

(sjezen) Hij ... door de straat.
A
sjeesde
B
sjeeste
C
sjeezde
D
sjeezte

Slide 3 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
de dommerikken
B
de dommeriken
C
de domerikken
D
de domeriken

Slide 4 - Quiz

Schrijf het woord correct.

Slide 5 - Question ouverte

(wachten) Toen ... zij op de bus.
A
wachten
B
wacht
C
wachtten
D
wachte

Slide 6 - Quiz

Schrijf het woord correct.

Slide 7 - Question ouverte

(wegslepen) Hij ... .
A
wordt weggesleept
B
wordt weggesleepd
C
word weggesleept
D
word weggesleepd

Slide 8 - Quiz

Schrijf het woord correct.

Slide 9 - Question ouverte

De juf liet de leerling het proefwerk zien. Wat is het meewerkend voorwerp?
A
De juf
B
liet
C
de leerling
D
het proefwerk

Slide 10 - Quiz

Zijn vader heeft me dat uitgelegd. Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 11 - Question ouverte

Ik heb informatie gezocht op mijn computer. Wat is het lijdend voorwerp?
A
Ik
B
heb
C
informatie
D
mijn computer

Slide 12 - Quiz

Zij hebben de leiding verplaatst naar de wc. Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

Slide 13 - Question ouverte

Heeft zij haar laptop al afgesloten? Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
A
zij
B
haar
C
al
D
heeft

Slide 14 - Quiz