§ 2.9 Spelling 3 havo

Planning
- Lezen 
- Pitches 
 - Voorkennis ophalen vorige les
- Uitleg ww'en en meervouds -n
- Verwerkingsopdracht en huiswerk: opdr 1, 2, 6, 10
- Morgen toets (2e helft). 

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Planning
- Lezen 
- Pitches 
 - Voorkennis ophalen vorige les
- Uitleg ww'en en meervouds -n
- Verwerkingsopdracht en huiswerk: opdr 1, 2, 6, 10
- Morgen toets (2e helft). 

Slide 1 - Diapositive

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

PITCH
  • Vandaag is  Azir & Deniz

Slide 3 - Diapositive

§ 2.9 spelling
Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • de persoonsvorm in de verleden tijd en de tegenwoordige tijd spellen;
  • Engelse werkwoorden in het Nederlands spellen;
  • wanneer je de meervouds-n gebruikt bij verwijzingen;


Slide 4 - Diapositive

Welk tekstverband hoort bij de onderstaande zin?

Erik heeft zijn sportkleren al aan, dus hij is klaar voor een rondje hardlopen.

A
redengevend
B
samenvattend
C
middel/doel
D
concluderend

Slide 5 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij de onderstaande zin?

Vanaf vorig jaar is de mobiele telefoon in school verboden, met andere woorden, er gelden strengere regels.

A
uitleggend
B
samenvattend
C
middel/doel
D
concluderend

Slide 6 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij de onderstaande zin?

Ik ga wel met je mee, behalve als het gaat regenen.
A
opsommend
B
tegenstellend
C
uitleggend
D
voorwaardelijk

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Engelse werkwoorden 
p.157
  • Engelse ww vervoegen we hetzelfde als Nederlandse ww.
  • Sommige Engelse werkwoorden behouden hun -e in de stam, vanwege de uitspraak. delete-deletete, save-savede.
  • Bij sommige werkwoorden ‘vernederlandst’ de spelling; een enkele klinker wordt dan een dubbele klinker. Dus niet scor, maar scoor.
  • De dubbele eindmedeklinker verdwijnt als de uitspraak is ‘vernederlandst’. Dus niet ik stress, maar ik stres.
  • Als er twee uitspraakmogelijkheden voor de infinitief zijn, hebben de verleden tijd en het voltooid deelwoord soms twee vormen. Bijv. geleased /geleaset

Slide 9 - Diapositive

'Laatst (zappen v.t.) ik naar sport, maar toen interesseerde het haar niet meer,’ aldus Bram.
A
zapp
B
zapte
C
zappte
D
zap

Slide 10 - Quiz

Bram (bingewatchen v.t) wat af, de afgelopen weken.
A
bingewatcht
B
bingewatchtte
C
bingewatchte
D
bingewatchen

Slide 11 - Quiz

Meervouds-n bij verwijzingen
Als je naar meerdere personen, dieren of dingen verwijst, kun je woorden zoals alle/allen,meeste/meesten, beide/beiden en andere/anderen gebruiken.
Wanneer gebruik je géén -n?

Slide 12 - Diapositive

De meeste/meesten oehoes zijn schuw
A
meeste
B
meesten

Slide 13 - Quiz

Zelfstandig werken
Maak opdracht 1, 2, 3, 9 blz 160

Dit is huiswerk voor de volgende les. 
Je mag het samen maken. 

 

Slide 14 - Diapositive

Meervouds-n bij verwijzingen
Als je naar meerdere personen, dieren of dingen verwijst, kun je woorden zoals alle/allen,meeste/meesten, beide/beiden en andere/anderen gebruiken.

Wanneer gebruik je 
wél een -n?

Slide 15 - Diapositive

1

Slide 16 - Vidéo

00:41
Welke signaalwoorden heb je ontdekt in de tekst en welk tekstverband hoort hierbij?

Slide 17 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van wat je hebt geleerd vandaag.

Slide 18 - Carte mentale