Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
Slide 1 - Diapositive
1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands, laat het nog even dicht.
Slide 2 - Diapositive
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat.
Slide 3 - Diapositive
Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Namen lln
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Namen lln
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
Namen lln
Slide 4 - Diapositive
3. Lesdoel
Aan het eind van deze les;
- kun je de persoonsvorm op de juiste manier spellen in de VT.
Slide 5 - Diapositive
Verdiept arrangement:
Namen lln.
Huiswerk noteren + maken:
Les: 5.8
blz.: 197 + 198
opdr.: 17 + 18
Slide 6 - Diapositive
Mini-check
Wat weet je al van de lesdoelen?
Slide 7 - Diapositive
Vul het werkwoord in de VT in: De kapper ...... (knippen) gisteren mijn haar.
Slide 8 - Question ouverte
Vul het werkwoord in de VT in: Mijn ouders ...... (verrassen) mijn broertje voor zijn verjaardag.
Slide 9 - Question ouverte
Vul het werkwoord in de VT in: Het kindje ...... (struikelen) over de deurmat.
Slide 10 - Question ouverte
uitslag mini-check
3 goed = zelfstandig aan de slag.
Les 5.8, blz. 197 + 198, opdr. 17 + 18.
De rest doet mee met de instructie!
Slide 11 - Diapositive
4. Instructie
Lees mee op de volgende dia.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
Welke werkwoordsvorm verandert als je de zin in een andere tijd zet?
A
heel werkwoord
B
verleden tijd
C
persoonsvorm
D
voltooid deelwoord
Slide 15 - Quiz
TT: Ik fiets. VT: ...
Slide 16 - Question ouverte
TT: Loes verft mijn haren. VT: ...
Slide 17 - Question ouverte
VT: Hij ... (rekenen) het bedrag uit.
Slide 18 - Question ouverte
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 5.8, opdr. 17 + 18 op blz. 197 + 198
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Namen lln --> Kom aan de instructietafel zitten.
Dan gaan we samen aan de slag.
Slide 19 - Diapositive
6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: 5.8, opdr. 17 + 18 op blz. 197 + 198 --> Namen lln
B: 5.8, opdr. 17 + 18 op blz. 197 + 198 --> Namen lln
I: 5.8, opdr. 17 + 18 op blz. 197 + 198 --> Namen lln
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
3. Leren toets/lezen/woordzoeker.
timer
30:00
Slide 20 - Diapositive
7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.