6.2 Waar zorgt de overheid voor?

6.2 Waar zorgt de overheid voor?
H1 Economie is meer dan geld
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

6.2 Waar zorgt de overheid voor?
H1 Economie is meer dan geld

Slide 1 - Diapositive

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 6.1
  • Je kunt uitleggen wat de overheid is.
  • Je kunt uitleggen waarvoor je bij de gemeente moet zijn.
  • Je kunt een aantal taken van de provincie benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat de rijksoverheid doet. 

Slide 3 - Diapositive

Begrippen paragraaf 6.1
  •  Ambtenaren
  • Gemeente
  • Infrastructuur
  • Provincie
  • Rijksoverheid

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen 6.2
  • Je kunt uitleggen wat collectieve voorzieningen zijn en een aantal voorbeelden noemen.
  • Je kunt uitleggen wat sociale zekerheid is en een aantal voorbeelden noemen.
  • Je kunt uitleggen waarom er sociale premies op je loon worden ingehouden.
  • Je kunt het verschil benoemen tussen de collectieve n de particuliere sector. 

Slide 5 - Diapositive

Collectieve voorzieningen
  • De overheid zorgt voor veel voorzieningen, denk aan brandweer, wegen, politie etc.
  • Ook regelt de overheid uitkeringen.
  • Van deze voorzieningen mag iedereen gebruik maken en worden betaald door de overheid.
  • Dit noem je collectieve voorzieningen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Sociale zekerheid
  • Als je ziek bent of geen werk hebt, kun je in bepaalde gevallen een uitkering krijgen van de overheid.
  • Zo is in de Werkloosheidswet geregeld dat een werklozen een WW-uitkering kan krijgen.
  • In de Algemene Oudersdomswet is geregeld dat iedereen vanaf zijn pensioenleeftijd een AOW-uitkering krijgt.
  • Alle regelingen waarbij de overheid ervoor zorgt dat mensen die geen of te weinig inkomen hebben een uitkering krijgen, noem je de sociale zekerheid

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Sociale premies
  • Er zijn veel mensen die een uitkering krijgen, de overheid heeft dus veel geld nodig om de uitkeringen te betalen. 
  • Wij zijn een sociaal land. Sociaal betekent dat je rekening houdt met anderen.
  • Daarom staat iedereen een deel van zijn inkomsten af voor mensen die zelf geen of te weinig inkomen hebben.
  • Daarvoor worden op het brutoloon van werknemers sociale premies ingehouden.
  • Met deze premies worden de uitkeringen betaald.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Collectieve sector
  • De overheid en instellingen die zorgen voor de collectieve voorzieningen, noem je samen de collectieve sector
  • De collectieve sector hoeft geen winst te maken, maar moet wel uitkomen met het beschikbare geld.

Slide 12 - Diapositive

Particuliere sector
  • De collectieve sector is niet bedoeld om winst te maken.
  • Als je in een bedrijf werkt, is dat anders.
  • Bedrijven zijn commercieel, ze moeten wel winst maken.
  • Alleen als ze producten verkopen en daar geld aan verdienen kunnen ze bestaan.
  • Bedrijven en burgers behoren tot de particuliere sector.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Begrippen paragraaf 6.2
  • Collectieve sector
  • Collectieve voorzieningen
  • Particuliere sector
  • Sociale zekerheid 

Slide 15 - Diapositive

Je kunt nu
  • Je kunt uitleggen wat collectieve voorzieningen zijn en een aantal voorbeelden noemen.
  • Je kunt uitleggen wat sociale zekerheid is en een aantal voorbeelden noemen.
  • Je kunt uitleggen waarom er sociale premies op je loon worden ingehouden.
  • Je kunt het verschil benoemen tussen de collectieve n de particuliere sector. 

Slide 16 - Diapositive

Aan het werk!

Maken opdrachten 6.2: 1(k), 3, 4, 5(k), 6, 8(k), 9, 10, 11(k), 12 en 13
Klaar?
Laten controleren bij de docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  
Laten aftekenen bij de docent, bij goedkeuring:
  • Bezig met een ander vak
  • Lezen


 

timer
25:00

Slide 17 - Diapositive