Woordenboek en lezen (oefenen)

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2,3

Het gebruik van een woordenboek

Hoe gebruik ik het woordenboek goed en effectief?

Wanneer gebruik je een woordenboek?

Online-übersetzen 

Vorteile 

1. In 0.8 Sekunden eine Übersetzung
2. Es gibt 70 verschiedene Sprachen
3. Es ist gratis 

Online übersetzen

Nachteile 

1. Grammatik kann man nicht 100% vertrauen 

2. Verschiedene Dialekte und Ausdrucke gehen nicht 

3. Nicht immer Korrekt 

Fehler beim online-übersetzen

Hoe zoek je? 

Stap 1: Let op de volgorde van het alfabet.

Stap 2: Let op de woorden die bovenin de hoeken staan. Zij helpen je woorden sneller te vinden.

Stap 3: Als je het woord niet kan vinden, kan het een werkwoord of een samengesteld zelfstandig naamwoord zijn.  

"Ik hoop snel van je te horen."

Ich Hoffnung schnell von dir zu hören."

Werkwoord 

FALSCH!

tegenwoordige tijd:

"Ik hoop snel wat van je te horen."

-> hopen (infinitief)

-> hoffen

-> ich hoffe

Werkwoord 

Bij welk werkwoord zoek je de betekenis van 'ist'?
Die Parkzeit ist unbegrenzt.

1. ist
2. sein
3. sind

Bij welk werkwoord zoek je de betekenis van 'gilt'?
Ein Parkticket gilt 10 Minuten.

1. gilt
2. gilten
3. gelten

Bij welk werkwoord zoek je de betekenis van 'macht'?Er macht die Menschen neugierig.

Zelfstandig naamwoord

a) meervoud 

b) homoniem (hetzelfde woord, verschillende betekenissen)

School: plek om te leren

Schule

School: groep vissen

Schwarm

Zelfstandig naamwoord - meervoud

• Je krijgt 5 zinnen
• 1 woord is onderstreept
• Vertaal met je woordenboek het onderstreepte woord. Tip: zoek het enkelvoud!

...niet valsspelen en internet gebruiken! Dan kan je het op je toets nog steeds niet...!!

1/5

In diesem Viertel stehen große Häuser.

2/5

Meine Mitschüler sind in Ordnung.

uitleg/antwoord

Opzoeken: collega

enk: Kollege m15  -> 7x -n

mv: Kollegen

Let op! Er staat 7x -n, dat betekent dat dit woord in het enkelvoud óók een -n krijgt in de 3e of 4e naamval.

4/5

Hans hat nicht so viele Freunde.

uitleg/antwoord

Opzoeken: vriend

enk: Freund m5 -> -e

mv: Freunde

5/5

Thomas kümmert sich um zwei Felder.

Zelfstandig naamwoord - homoniem

Homoniem = hetzelfde woord, verschillende betekenissen

• genummerd, onder elkaar
• NL-betekenis staat tussen haakjes
• Duitse vertaling staat daarachter

Meerdere betekenissen

Als een trefwoord duidelijk verschillende betekenissen heeft, worden de vertalingen genummerd met 1, 2, enz.

Kies de vertaling die het beste in de context past.

Zoek de vertaling van de volgende woorden op in het woordenboek.

Verwaltung
Schrijf betekenis nummer 1 op.

Ausland
Schrijf betekenis nummer 1 op.

Absatz
Wat is de betekenis van dit woord als het gaat over leesvaardigheid?

1/5

Heb je wel een kaartje voor de tram gekocht?

2/5

Mijn bank zit heel lekker!

Samengesteld zelfstandig naamwoord  

Duitsers zijn heel goed in het maken van nieuwe woorden die bestaan uit verschillende zelfstandig naamwoorden. Sommige woorden kennen we ook in het Nederlands, andere niet. 

Staat het woord niet in het woordenboek, dan moet je het in stukjes hakken om de betekenis te kunnen vinden. Tip: het achterste woord is het belangrijkste!

Beispiele  

der Haustürschlüssel = Haus + Tür + Schlüssel

der Wäschekorb = Wäsche + Korb

die Fußballweltmeisterschaft = Fußball + Weltmeisterschaft (= Fuß + Ball + Welt + Meister + Schaft)

die Donaudampfschifffahrtsgesellschaftskapitänsuniform

Teamwork! 

1.  Groepjes van 2
2. Nummer 1 geeft de instructie 
3. Nummer 2 zoekt het in het woordenboek op
4. Na 10 minuten wisselen

Runde 1

das Frühstück

das Auto                                        

die Lampe              

der Fernseher

eine Vorspeise                         

billig  

die Bäume

die Wand

der Papierkorb

der Kugelschreiber

                                               

Hoeveel woorden heeft de ander gevonden?

010

Runde 2

das Sofa 

der Fisch 

die Schlüssel 

teuer 

aufgemacht

das Fenster 

der Baum 

der Mückenstich 

der Schreibfehler 

erzählen 

Hoeveel woorden heeft de ander gevonden?

010

das Frühstück = het ontbijt

das Auto = de auto

die Lampe = de lamp

der Fernseher = de tv

eine Vorspeise = een voorgerecht

billig = goedkoop

die Bäume = de bomen

die Wand = de muur

der Papierkorb = de afvalbak

der Kugelschreiber = de pen

das Sofa = de bank

der Fisch = de vis

die Schlüssel = de sleutels

teuer = duur

die Katze = de kat

das Fenster = het raam

der Baum = de boom

der Mückenstick = de muggenbeet

der Schreibfehler = de schrijffout

erzählen = vertellen