Les Voorbereiden toets Temperatuur en tijd

Goedemorgen
Wie is er wel/niet?
Wat gaan we vandaag doen?
-Voorbereiden op de toets

Temperatuur en Digitale Tijd
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen
Wie is er wel/niet?
Wat gaan we vandaag doen?
-Voorbereiden op de toets

Temperatuur en Digitale Tijd

Slide 1 - Diapositive

Doelen van de les
Ik ben goed voorbereid op de toets van Temperatuur en Tijd

- Ik kan de temperatuur aflezen bij een (digitale) thermometer
- Ik weet welke thermometer ik moet gebruiken bij het meten van verschillende temperaturen.
- Ik kan de digitale tijd aflezen en intekenen op een klokje

Slide 2 - Diapositive

De temperatuur

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

lichaamstemperatuur
temperatuur binnen of buiten
digitale lichaamstemperatuur

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is de temperatuur
van je eigen lichaam

Slide 6 - Question ouverte

Rutger meet hoeveel koorts hij heeft met een thermometer.
Gisteren had hij een temperatuur van 37,9 °C, vandaag is dat 39,8 °C. Hoeveel graden is dit gestegen?
A
1,9 °C
B
2,1 °C
C
2,9 °C
D
2,5 °C

Slide 7 - Quiz

Waarom gaan mensen zweten
als ze het warm hebben?

Slide 8 - Question ouverte

Wanneer heb je koorts?
A
Lichaamstemperatuur van 38,5 graden of hoger
B
Lichaamstemperatuur tussen de 37,5 en 38,5 graden

Slide 9 - Quiz

Bij welke temperatuur
kookt water?

Slide 10 - Question ouverte

Temperatuur in een weerbericht
In Nederland wordt altijd de temperatuur weergegeven in graden Celcius.

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel graden
wordt het vandaag bij ons?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

De temperatuur stijgt van 19 naar 23 graden. Hoeveel graden is de temperatuur gestegen?

Slide 14 - Question ouverte

Werken aan rekenen  meten 1
2. Analoge themometer
In een thermometer zit vloeistof.
Aan de hoogte van de vloeistof kan je zien wat de temperatuur is. Het getal of het streepje waar de vloeistof stopt, is de temperatuur.
Bij de analoge thermometer geeft de vloeistof de temperatuur aan. Het streepje of getal waar de vloeistof stop, geeft de temperatuur aan. 
--->

Slide 15 - Diapositive

Werken aan rekenen - meten 1
3. Digitale thermometer
Bij de digitale thermometer wordt de temperatuur aangegeven in cijfers. De temperatuur lees je af van de thermometer.

4. Koortsthermometer
Ook een mens kan de temperatuur van zijn lichaam meten (lichaamstemperatuur).
Dit doe je met een andere thermometer dan een buitenthermometer. Hier gebruik je een koortsthermometer voor ---->

Slide 16 - Diapositive

Kun jij twee digitale tijden opnoemen? Zie het voorbeeld hieronder:



01:00 & 13:00






Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Het is 5 uur. Welke twee digitale tijden horen daarbij?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Het is 9 uur. Welke twee digitale tijden horen daarbij?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Het is 11 uur. Welke twee digitale tijden horen daarbij?

Slide 23 - Question ouverte

Hoe laat is het?
11:30
A
Half 10
B
Half 11
C
Half 12
D
Half 5

Slide 24 - Quiz

Hoe laat is het?
05:20
A
Tien voor half 6
B
Tien over half 5
C
Tien voor half 5
D
Tien over half 6

Slide 25 - Quiz

Hoe laat is het?
08:30
A
Half 8
B
Half 9
C
Half 10
D
8 uur

Slide 26 - Quiz

Hoe laat is het?
13:10
A
10 minuten voor 1
B
10 minuten over 13
C
10 minuten voor 12
D
10 minuten over 1

Slide 27 - Quiz

Hoe laat is het?
20:00
A
6 uur
B
7 uur
C
8 uur
D
9 uur

Slide 28 - Quiz

Hoe laat is het?
17:45
A
Kwart over 8
B
Kwart voor 5
C
Kwart voor 7
D
Kwart voor 6

Slide 29 - Quiz

Op welk moment van de dag is het?
13:00
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht

Slide 30 - Quiz

Op welk moment van de dag is het?
05:00
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht

Slide 31 - Quiz

En nu?
Oefenen voor de toets:
Werken Aan Tijd 2
FF leren rekenen

Slide 32 - Diapositive