Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Examentraing Duits les 1
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Hoe maak ik...
...een wel/niet-vraag?
onderstreep de kernwoorden
lees de bijbehorende alinea
markeer de zin waar het antwoord staat
vertaal die zin
checken, vertalen, antwoord geven
TIP als het niet overeenkomt met de tekst, betekent dat niet dat je het niet in de tekst kan vinden! Soms staat er het tegenovergestelde, of een klein verschil.
Slide 18 - Diapositive
Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke im 5. Absatz?
Tip: denk aan tegenstellingen
A
fröhlich
B
krank
C
schwach
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
signaalwoorden oefenen in Quizlet
klik op de link in de volgende dia
Slide 21 - Diapositive
https:
Slide 22 - Lien
''waar gaat deze tekst over?" Welke strategieën kun je hier toepassen om tot een snel antwoord te komen?
A
titel lezen en afbeelding bestuderen
B
voorkennis activeren
C
A en B zijn correct
D
A & B zijn NIET correct
Slide 23 - Quiz
"Was passt im Sinne des Textes in die Lücke im 2. Absatz?"
Welke vraagsoort wordt hierboven getoetst?
A
open vraag
B
scan vraag
C
meerkeuze vraag
D
gaten tekst vraag
Slide 24 - Quiz
Welke titel past boven dit artikel?
A
Schatzsucher kommen in Not
B
Schatzsucher verschenken Fund an Museum
C
Schatzsucher werden reich
D
-
Slide 25 - Quiz
Welke titel past boven dit artikel?
A
Feuerwehr rettet Fuchs in Not
B
Feuerwehr umsonst ausgerückt
C
Fuchs von der Mutter verlassen
D
Füchse richten Schaden an
Slide 26 - Quiz
Welke conclusie trokken Britse onderzoekers na jarenlange studie?
A
Geld maakt gelukkig als je er andere mensen blij mee kunt maken
B
Geld maakt gelukkig als je er hard voor hebt moeten werken
C
Geld maakt gelukkig als je tijd hebt om het uit te geven
D
Geld maakt gelukkig als je weet dat je rijker bent dan een ander
Slide 27 - Quiz
"Welke conclusie trokken Britse onderzoekers na jarenlange studie? " Welke leesstrategieën kun je toepassen om tot een goed antwoord te komen?
A
de tekst scannen; op zoek gaan naar het stukje over de Britse universiteit
B
De woordbetekenissen afleiden om zo te raden waar het over gaat.
C
De titel en de afbeelding bestuderen, die leiden naar het goede antwoord.
D
Geld maakt gelukkig als je weet dat je rijker bent dan een ander
Slide 28 - Quiz
Geeft van de 4 onderstaande beweringen aan of deze juist of onjuist zijn: 1. Het café had dit jaar het hoogste aantal bezoekers ooit. 2. Het café viert dit jaar jubileum. 3. Het cafe is pas heropend na een verbouwing. 4. Het café wordt alleen op verzoek geopend.
Slide 29 - Question ouverte
Je wil een tijd in Duitsland verblijven en je zoekt werk en woonruimte. Welke advertentie biedt jou allebei?