Antwoorden tekst 2 en 3

Nakijken tekst 2 - vraag 11
Verkennend lezen
  • a Wat voor een prijs is het Gouden Windei?
  • Het is de prijs voor een voedingsmiddel dat de consument het meest misleidt.
  • b Wat is de taak van een voedselwaakhond (r. 5), denk je?
  • Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Die bewaakt de kwaliteit van voedsel, die waarschuwt bij misleiding.
  • c Wat zal er in alinea 3 en 4 worden beschreven?
  • De producten die kans maken op de prijs.
  • d Wat vertelt het kopje Verandering van koers over de inhoud van alinea 5?
  • Fabrikanten wijzigen hun beleid als ze genomineerd worden.

1 / 6
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 6 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nakijken tekst 2 - vraag 11
Verkennend lezen
  • a Wat voor een prijs is het Gouden Windei?
  • Het is de prijs voor een voedingsmiddel dat de consument het meest misleidt.
  • b Wat is de taak van een voedselwaakhond (r. 5), denk je?
  • Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Die bewaakt de kwaliteit van voedsel, die waarschuwt bij misleiding.
  • c Wat zal er in alinea 3 en 4 worden beschreven?
  • De producten die kans maken op de prijs.
  • d Wat vertelt het kopje Verandering van koers over de inhoud van alinea 5?
  • Fabrikanten wijzigen hun beleid als ze genomineerd worden.

Slide 1 - Diapositive

Nakijken tekst 2 - vraag 12
Aanpak meerkeuzevragen
  • a Alinea 1 leidt de tekst in door het onderwerp te noemen. Op welke manier wordt het onderwerp nog meer ingeleid?
  • C Door een voorbeeld te noemen.
  • b Wat bedoelt de schrijver met woordinflatie (r. 10)?
  • C Dat woorden steeds minder betekenis hebben.
  • c Wat is het verband tussen alinea 3 en 4?
  • A Alinea 3 en 4 vormen samen een opsomming.
  • d Welke zin geeft de inhoud van alinea 5 het best weer?
  • C Een aantal merken heeft na hun nominatie zaken veranderd.


Slide 2 - Diapositive

Nakijken tekst 2 - vraag 13
Woordenschat
  • a Wat zal een windei zijn?
  • windei = een ei waarbij er niets in de schaal zit
  • b Wat is een genomineerde (r. 3)?
  • genomineerde = iemand die voorgedragen wordt voor een prijs
  • c Zoek op wat marketeers (r. 23) zijn.
  • marketeers = reclamemakers
  • d Wat betekent gebakken lucht (r. 2)?
  • gebakken lucht = iets zonder inhoud, een holle frase






Slide 3 - Diapositive

Nakijken tekst 3 - vraag 14
Verkennend lezen
  • a Waar gaat de tekst over?
  • Het smeerdiploma, margarine, boter, kinderen die geïndoctrineerd worden, margarinepropaganda.
  • b Wat voor soort tekst is tekst 4? Leg je antwoord uit.
  • Betogende tekst. De schrijfster geeft haar eigen mening.
  • c Wat is het tekstdoel van tekst 4?
  • overtuigen







Slide 4 - Diapositive

Nakijken tekst 3 - vraag 15
Aanpak meerkeuzevragen
  • a Welke mening staat centraal in tekst 4?
  • C Kinderen zouden niet met margarine moeten leren smeren.
  • b Wat vindt de schrijfster van het Voedingscentrum?
  • C Het Voedingscentrum is onbetrouwbaar.
  • c Wat is het verband tussen alinea 2 en 3?
  • B Alinea 2 en 3 vormen een tegenstelling.
  • d Welk kopje past het best boven alinea 5?
  • C Tip





Slide 5 - Diapositive

Nakijken tekst 3 - vraag 16
Woordenschat
  • a Wat betekent blindelings (r. 15)?
  • blindelings = zonder na te denken
  • b Welk woorddeel uit alinea 3 betekent hetzelfde als nagebootst (r. 30)?
  • namaak (r. 34)
  • c Wat betekent scharminkel (r. 56)?
  • scharminkel = mager iemand





Slide 6 - Diapositive