5.4 De Ogen

Thema 6 BS 6.4
De ogen
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

Thema 6 BS 6.4
De ogen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Je kunt de delen van een oog benoemen met hun taak.
  • Je kunt uitlggen hoe een bril helpt om beter te zien.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Licht valt op je oog. Er zijn delen in je oog die doorzichtig zijn. Het licht gaat daar doorheen. Licht valt op het netvlies, de lens zorgt voor een scherp beeld.


    Het oog 

Slide 4 - Diapositive

Gebruik het model van het oog.
Leg uit:
Licht valt op je oog. Er zijn delen in je oog die doorzichtig zijn. Het licht gaat daar doorheen. Licht valt op het netvlies, de lens zorgt voor een scherp beeld.
Ogen liggen goed beschermd in de oogkassen van onze schedel

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Buitenkant van het oog.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bescherming van het oog

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat beschermt onze ogen tegen vliegjes?
A
wenkbrauwen
B
oogleden
C
wimpers

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Oog

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Iris is het gekleude deel van het oog

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10000 jaar geleden had iedereen bruine ogen.
Door een mutatie ( foutje in een gen) kreeg iemand blauwe ogen. Die gaf dit door aan de nakomelingen.
Dit is de voorouder van alle mensen met blauwe ogen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De kleur van je iris wordt veroorzaakt door veel/weinig melanine
Je kunt 2 verschillende kleuren ogen hebben ( is zeldzaam)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Oogspieren


Draaien de ogen in je juiste richting.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werking oog

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het beeld dat je opvangt wordt omgekeerd op je netvlies geprojecteerd. De hersenen draaien het beeld weer goed.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slechtziendheid

Iemand kan bijziend of verziend zijn.

Als je bijziend bent, kun je alleen dichtbij scherp zien
Als je verziend bent, kan je alleen in de verte goed zien

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bril
verziend= bolle glazen
bijziend= holle glazen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijziend en verziend
Bij sommige mensen werkt de ooglens niet goed of is de oogbol te lang of te kort. Het beeld (het licht) komt dan niet precies op het netvlies terecht. Iemand ziet dan niet scherp.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Iemand die verziend is, kan alles in de verte goed zien. Maar kijkt hij naar iets wat dichtbij is, dan komt het beeld achter het netvlies.  Een bril met bolle lenzen zorgt ervoor dat het beeld wel precies op het netvlies komt.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand die bijziend is, kan alleen dichtbij scherp zien. Kijkt hij in de verte, dan komt het beeld vóór het netvlies terecht.

Bijziendheid kan worden gecorrigeerd met een bril (of contactlenzen) met holle lenzen. Het beeld komt daardoor weer precies op het netvlies.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gele vlek en blinde vlek
In de gele vlek zitten heel veel kegeltjes (kleuren).
Rondom de gele vlek zitten vooral staafjes (licht).

Op de blinde vlek zitten geen staafjes of kegeltjes --> hier verlaat de oogzenuw het oog

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Pupilreflex

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

gele vlele vlek 
lens 
hoornvlies
glasachtig lichaam 
blinde vlek 
oogzenuw

Slide 30 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Langs welke onderdelen schijnt het licht als het in het oog valt?  Zet ze in  de goede volgorde.
glasachtig lichaam 
lens  
hoornvlies
netvlies 

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoeveel zwarte bolletjes zie je hier?
A
28
B
14
C
7
D
geen

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke lijn is het langst?
Onder of boven
A
Boven
B
Onder
C
Geen van beide

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Zijn de lijnen in dit figuur evenwijdig(recht) of krom?
A
Evenwijdig
B
Krom
C
Geen van beide

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Is het middelste rondje links groter dan het rechter middelste rondje?
A
ja
B
nee

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zie je op de afbeelding?
A
Oude vrouw
B
Jonge vrouw
C
Oude en Jonge vrouw
D
Ik zie geen vrouw

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Hoeveel poten heeft deze olifant?
A
4
B
5
C
1
D
8

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Wat zie je in deze tekening?
A
Een man en een vrouw
B
Een man met een saxofoon
C
Een vrouwengezicht
D
Ik zie alleen vlekken

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke prikkel reageert het oog?

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet alle mensen hebben dezelfde kleur ogen, welk deel van het oog bepaalt de kleur?
A
netvlies
B
kleurbandjes
C
pupil
D
iris

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de pupil?
A
Een zwart deel in je oog
B
Een opening in je iris
C
een opening in je hoornvlies
D
een opening in je lens

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk deel van het oog zie je het meest scherp?

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor zien we op de blinde vlek niets?
A
omdat die plek blind is
B
omdat daar geen zintuigcellen zitten

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten
Opdracht maken 1 t/m 9

Test jezelf

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Je knippert per dag 10000 keer met je ogen
  • Je kunt je ogen niet open houden als je moet niezen ( reflex)
  • babies zijn kleurenblind

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions