Lineaire formules

Lineaire formules
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lineaire formules

Slide 1 - Diapositive

De kosten voor het schaatsen bij een schaatsbaan worden berekend met de formule: 
aantal uren x 2,50 + 3,50 = kosten

Slide 2 - Diapositive

De kosten voor het schaatsen bij een schaatsbaan worden berekend met de formule: 
aantal uren x 2,50 + 3,50 = kosten

Teken een grafiek bij de formule

Slide 3 - Diapositive

De kosten voor het schaatsen bij een schaatsbaan worden berekend met de formule: 
aantal uren x 2,50 + 3,50 = kosten

Teken een grafiek bij de formule

Slide 4 - Diapositive

De kosten voor het schaatsen bij een schaatsbaan worden berekend met de formule: 
aantal uren x 2,50 + 3,50 = kosten

Teken een grafiek bij de formule

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn de kosten bij 2 uur schaatsen?
aantal uren x 2,50 + 3,50 = kosten

Slide 6 - Question ouverte

Wat zijn de kosten bij 5 uur schaatsen?
aantal uren x 2,50 + 3,50 = kosten

Slide 7 - Question ouverte

De kosten voor het schaatsen bij een schaatsbaan worden berekend met de formule: 
aantal uren x 2,50 + 3,50 = kosten

Teken een grafiek bij de formule

Slide 8 - Diapositive

Teken een grafiek bij de tabel.

Slide 9 - Question ouverte

aantal uren x 2,50 + 3,50 = kosten

Slide 10 - Diapositive

aantal uren x 2,50 + 3,50 = kosten

- lineaire grafiek

Slide 11 - Diapositive

aantal uren x 2,50 + 3,50 = kosten

- lineaire grafiek
- lineaire formule

Slide 12 - Diapositive

In de grafiek zie je het bedrag dat Nico ophaalt tijdens een sponsorloop.
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?

Slide 13 - Diapositive

In de grafiek zie je het bedrag dat Nico ophaalt tijdens een sponsorloop.
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?

Slide 14 - Diapositive

Wat plaatsen we bovenin de tabel?
A
aantal rondjes
B
opbrengst in euro's

Slide 15 - Quiz

In de grafiek zie je het bedrag dat Nico ophaalt tijdens een sponsorloop.
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?

Slide 16 - Diapositive

In de grafiek zie je het bedrag dat Nico ophaalt tijdens een sponsorloop.
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?
ga op zoek naar roosterpunten

Slide 17 - Diapositive

In de grafiek zie je het bedrag dat Nico ophaalt tijdens een sponsorloop.
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?

Slide 18 - Diapositive

In de grafiek zie je het bedrag dat Nico ophaalt tijdens een sponsorloop.
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?

Slide 19 - Diapositive

In de grafiek zie je het bedrag dat Nico ophaalt tijdens een sponsorloop.
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?

Slide 20 - Diapositive

Wat is hier de beginwaarde?

Slide 21 - Question ouverte

In de grafiek zie je het bedrag dat Nico ophaalt tijdens een sponsorloop.
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?
Beginwaarde: €5

Slide 22 - Diapositive

Hoeveel verdient Nico per rondje?

Slide 23 - Question ouverte

In de grafiek zie je het bedrag dat Nico ophaalt tijdens een sponsorloop.
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?
Beginwaarde: €5
Per rondje: €1,25

Slide 24 - Diapositive

In de grafiek zie je het bedrag dat Nico ophaalt tijdens een sponsorloop.
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?
Beginwaarde: €5
Per rondje: €1,25
aantal rondjes x ... + ... = bedrag

Slide 25 - Diapositive

In de grafiek zie je het bedrag dat Nico ophaalt tijdens een sponsorloop.
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?
Beginwaarde: €5
Per rondje: €1,25
aantal rondjes x 1,25 + 5 = bedrag

Slide 26 - Diapositive

In de grafiek lees je het spaarbedrag van Astrid af. 
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?

Slide 27 - Diapositive

Wat is de eerste stap?
A
De beginwaarde bepalen
B
Een tabel maken
C
Bepalen hoeveel de grafiek per week stijgt

Slide 28 - Quiz

In de grafiek lees je het spaarbedrag van Astrid af. 
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?

Slide 29 - Diapositive

In de grafiek lees je het spaarbedrag van Astrid af. 
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?

Slide 30 - Diapositive

Bij het invullen van de tabel gaan we op zoek naar ... ?

Slide 31 - Question ouverte

In de grafiek lees je het spaarbedrag van Astrid af. 
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?

Slide 32 - Diapositive

In de grafiek lees je het spaarbedrag van Astrid af. 
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?

Slide 33 - Diapositive

Wat is hier de beginwaarde?

Slide 34 - Question ouverte

In de grafiek lees je het spaarbedrag van Astrid af. 
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?
Beginwaarde: €15

Slide 35 - Diapositive

Hoeveel spaart Astrid per week?

Slide 36 - Question ouverte

In de grafiek lees je het spaarbedrag van Astrid af. 
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?
Beginwaarde: €15
Per week: €10

Slide 37 - Diapositive

Wat is de bijbehorende formule?

Slide 38 - Question ouverte

In de grafiek lees je het spaarbedrag van Astrid af. 
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?
Beginwaarde: €15
Per week: €10
aantal weken x ... + ... = bedrag

Slide 39 - Diapositive

In de grafiek lees je het spaarbedrag van Astrid af. 
Wat is de formule die bij de grafiek hoort?
Beginwaarde: €15
Per week: €10
aantal weken x 10 + 15 = bedrag

Slide 40 - Diapositive

Ik heb nog een vraag.
A
Ja
B
Nee

Slide 41 - Quiz