20181002 werkwoordspelling (bespreken so)

werkwoordspelling
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Programma
herhaling werkwoordspelling
SO bespreken
werken aan nieuwe module

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet wat je beter kunt doen bij werkwoordspelling;
Je kunt de werkwoordsvorm herkennen;
Je kunt de regels voor werkwoordspelling toepassen.

Slide 3 - Diapositive

Afspraken herhalen
Zó wil ik dat er geleerd wordt: optimaal en ongestoord
Zó gaan we met elkaar om: veilig, vriendelijk en verantwoordelijk

Slide 4 - Diapositive

Module woorden in context
Volgende week uitgebreide uitleg.

Nu: open stap 2. Lees de modulewijzer en volg de instructies stap voor stap.

Slide 5 - Diapositive

Werkwoordspelling
Herken eerst de werkwoordsvorm:

persoonsvorm              De ongeduldige leerling wordt geholpen.
voltooid deelwoord    Onze tuin is voor het feest prachtig versierd.
onvoltooid deelw        Lachend komen de eerste wandelaars over de finish.
bijvoeglijk gebruikt    De versierde tuin gaf de jarige een feestelijk gevoel.
infinitief                           De verstrooide man had de vrouw willen helpen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Ronde 1)
Je wordt door de docent in groepjes verdeeld.
Je maakt samen de so aan de hand van de stappen.
Eérst de werkwoordsvorm, dan de regel toepassen.

15 minuten
Ronde 2)
Gezamenlijk de antwoorden bespreken.


Theorie over werkwoordsvormen:
timer
15:00

Slide 8 - Diapositive


Ik heb mezelf beloofd dat ik een voldoende haal bij de herkansing.
Wat is de werkwoordsvorm van beloofd?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 9 - Quiz

Morgenavond heb ik de belangrijkste regels nog eens goed ...
A
geoefend
B
geoefent
C
geoefendt

Slide 10 - Quiz

Als ik nu terugkijk, vind ik het gek dat ik het laatste woord uit deze zin niet als voltooid deelwoord heb ...
A
herkent
B
herkend
C
herkendt

Slide 11 - Quiz

Ik ben ervan overtuigd dat ik donderdag een voldoende haal.
Wat is de persoonsvorm?
A
ben
B
overtuigd
C
haal
D
ben, haal

Slide 12 - Quiz

Als ik nog vragen heb, dan heb ik die al ...
A
stellen
B
gesteld
C
gestelt

Slide 13 - Quiz

Zelfstandig leren
Oefen met de opdrachten uit de module van stap 1;
Oefen met cambiumned;
Stel je vraag aan de docent.

Slide 14 - Diapositive