paragraaf 1 t/m 3 herhaling

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

welkom

Ga rustig zitten

en pak je spullen er bij

lesdoel

1. je weet waar je de lesstof kan vinden voor de toets.
2. je kan een preparaat maken van een dierlijke cel.
3. je kan een preparaat maken van een plantaardige cel.

wat gaan we doen?

1.1 herhalen

1.2 herhalen

1.3 herhalen

pauze

oefen vragen lessonup

uitleg microscopie

aan de slag met microscopie

afsluiting

1.1 organismen indelen

je kunt de levenskenmerken noemen en uitleggen. blz 9

je kunt de groepen waarin organismen zijn ingedeeld noemen. blz 11,12 en 13

je kunt de naam van organismen opzoeken met een zoekkaart of determinatie tabel. blz 16.

levens kenmerken

voeden

groeien

ademen

uitscheiden

reageren

voortplanten

wat is een organisme?

wat is dan een soort?

vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

De 4 rijken

waar kijk je naar bij het indelen

gewervelde dieren

wervelkolom

haar of veren

kan het lopen ja of nee

kleur van het organismen

aan de slag

ga aan de slag in de online methode.

maak 5 opdrachten van 1.1 die je lastig vindt.

zf

1.2 plantenrijk

je kunt de delen van een plant herkennen en benoemen en voorbeelden van weefsels van een plant geven. blz 20,21

je kunt de onderdelen van een plantencel benoemen. blz 22

je kunt de functies van de onderdelen van een plantencel benoemen. blz 22

je kunt uitleggen hoe planten stevig blijven. blz 24,25

de 6 onderdelen

celwand: stevigheid

celmembraan: regelt welke stoffen in en uit gaan

cytoplasma: stroperige vloeistof in de cel

celkern: regelt alles in de cel. DNA

bladgroenkorrels: fotosynthese

vacuole: blaasje met vocht die voor stevigheid zorgt.

aan de slag

ga aan de slag in de online methode.

maak 5 opdrachten van 1.3 die je lastig vindt.

zf

1.3 dierenrijk

je kunt de delen van een dier herkennen en benoemen en voorbeelden van dierlijke weefsels geven. blz 28,29

je kunt de onderdelen van een dierlijke cel benoemen. blz 31

je kunt de functies van de onderdelen van een dierlijke cel noemen. blz 31

Cel - weefsel- orgaan - organisme 

een orgaanstelsel

organen

Plantaardige en dierlijke cellen

aan de slag

ga aan de slag in de online methode.

maak 5 opdrachten van 1.3 die je lastig vindt.

zf

pauze

na 5 minuten weer terug in het lokaal

Hoe noemen we het indelen van organismen?

1. Kenmerken
2. Vertakkingsschema
3. Celkern
4. ordening

In welke vier rijken kunnen we de organismen indelen?

1. insecten, wormen, zoogdieren enplanten
2. planten, zoogdieren, schimmels en bacteriën
3. planten, schimmels, bacteriën en dieren
4. dieren, schimmels, reptielen en bacteriën

Horen de SPONZEN bij het plantenrijk of bij het dierenrijk?

1. Plantenrijk
2. Dierenrijk

Op basis van wat gaan we bij Biologie alle organismen ordenen?

1. Hoe groot dieren zijn
2. Op kleur
3. Bepaalde kenmerken
4. leeftijd

Een plantencel heeft geen celkern

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een weefsel

1. Cellen in verschillende organen met een vorm en functie
2. de cellen in een orgaan
3. Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

Een plantencel bevat bladgroenkorrels.

1. Ja
2. Nee

werken tijdens practica

AUB niet rennen

ga met respect om met de materialen

ga niets forceren

vraag hulp als het niet lukt

pas op voor rond hangende snoeren

hoe werkt een microscoop

verplaats je hem door de klas

hoe sluit je hem aan

hoe zorg je dat hij klaar voor gebruik is

Leg het preparaat tussen de preparaatklemmen op de tafel van de microscoop. 

Schuif het naar achter.

Je legt het preparaat NIET onder de klemmen!

Je maakt eerst je preparaat. Als het klaar is, leg je het op de tafel van de microscoop.

Zorg dat je preparaat recht boven 

de opening in de tafel komt te liggen, verplaats de kruistafel

Het licht schijnt door je preparaat.

een preparaat maken

van een water plantje

van je haar

aan de slag

pak een microscoop of maak een preparaat

probeer je plantje scherp te krijgen met de rode lens

vervolgens met de gele lens

en als laatste met de blauwe lens

probeer met je telefoon foto's te maken

hoeveel lesdoelen heb jij behaald?

03