Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
PV - WWG - OND
Nederlands PV - WG - OND
1.1 Woordsoorten
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
75 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands PV - WG - OND
1.1 Woordsoorten
Slide 1 - Diapositive
Doel van de les
-Je kunt de volgende zinsdelen benoemen:
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
Slide 2 - Diapositive
PV en WG
Hoe zat dat ook al weer!
Slide 3 - Diapositive
PV wat was dat ook al weer?
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Hoe kun je persoonsvorm ook alweer vinden?
Slide 6 - Question ouverte
Er zijn drie manieren om de persoonsvorm te vinden, welke is NIET juist?
A
Vraagzin maken
B
Tijd veranderen
C
Voorste woord van de zin kiezen
D
Getal veranderen
Slide 7 - Quiz
Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 8 - Quiz
Werkwoorden
Een werkwoord is een woord dat aangeeft wat je doet.
Denk aan: dansen, rennen, eten, fietsen, gamen, werken.
Werkwoorden kun je vervoegen. Dat betekent
dat je ze in verschillende vormen kunt gebruiken.
Vergeet niet de werkwoorden
zijn
en
hebben
.
Slide 9 - Diapositive
Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde is de pv en alle andere werkwoorden uit de zin.
Slide 10 - Diapositive
Werkwoordelijk gezegde
Mijn zus |heeft| haar glas melk| leeggedronken.
Wat is de persoonsvorm[pv]?
Wat is het werkwoordelijk gezegde[wg]?
Slide 11 - Diapositive
Een werkwoordelijk gezegde is altijd een..
A
actie
B
eigenschap/kenmerk
Slide 12 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin
B
Het deel in de zin dat zegt wat er gebeurt
C
Alleen de persoonsvorm
D
Het lijdend voorwerp
Slide 13 - Quiz
Wat is het wg (werkwoordelijk gezegde) in deze zin?
Hij heeft zijn fiets meegenomen.
A
heeft
B
meegenomen
C
heeft meegenomen
D
fiets
Slide 14 - Quiz
Het
onderwerp
in de zin...
Hoe vind ik die?
Vind is trouwens de PV.
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Welke vraag stel je om het onderwerp in de zin te vinden?
Slide 17 - Question ouverte
Wat is het onderwerp?
De twee jongens kwamen te laat in de klas.
A
jongens
B
in de klas
C
De twee jongens
D
kwamen
Slide 18 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin?
De fiets van Kai stond in de schuur van zijn ouders.
Slide 19 - Question ouverte
Wat is het onderwerp in deze zin?
Gwen wilde graag een briefje geven aan Nina.
Slide 20 - Question ouverte
Wat is het onderwerp?
Tijdens de les maakt de juf een grapje.
A
Tijdens de les
B
de juf
C
maakt
D
een grapje
Slide 21 - Quiz
Even terug naar het bord.
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm?
Fiets jij elke ochtend naar school?
A
Fiets
B
jij
C
elke ochtend
D
naar school
Slide 24 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De commandant bleef toch bevelen uitdelen.
A
bleef
B
bleef bevelen
C
bleef uitdelen
D
bleef bevelen uitdelen
Slide 25 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin
Slide 26 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Wanneer ben jij jarig?
A
Wanneer
B
ben
C
jij
D
jarig
Slide 27 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De meisjes zijn aan het tiktokken.
A
De meisjes
B
zijn aan het
C
zijn aan het tiktokken
D
zijn tiktokken
Slide 28 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Mijn moeder doet altijd de boodschappen.
A
Mijn moeder
B
doet
C
altijd
D
de boodschappen
Slide 29 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Jantien won gisteren de gouden medaille.
A
Jantien
B
won
C
gisteren
D
de gouden medaille
Slide 30 - Quiz
Het werkwoordelijk gezegde?
Wie was er vanmiddag aan het spelen?
A
wie
B
was
C
was spelen
D
was aan het spelen
Slide 31 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Voetbal is ook een sport voor meisjes.
A
Voetbal
B
is
C
een sport
D
voor meisjes
Slide 32 - Quiz
Mijn grote broer
heeft
de lange ladder
tegen de muur
geplaatst.
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
Slide 33 - Question de remorquage
Vind je dat jij het doel behaald hebt?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 34 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
PV - WWG - OND
February 2025
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
3.7 grammatica
June 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Les 4 (13 september 2024)
September 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Periode 4 redekundig ontleden 1
22 days ago
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Zinsdelen
December 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Oefenen voor SO 3.7
March 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
1bkt1 Grammatica zinsontleding pv, ww gez, ond
February 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1