ORIËNTATIE OP DOELGROEPEN_PSYCHISCHE PROBLEMATIEKEN DEEL 1

ORIËNTATIE OP DOELGROEPEN
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Sociaal werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 82 min

Éléments de cette leçon

ORIËNTATIE OP DOELGROEPEN

Slide 1 - Diapositive

TERUGBLIK VORIGE WEEK
VERSTANDELIJKE BEPERKING

Slide 2 - Diapositive

Vandaag: psychische problematieken deel 1
Kan je verschillende doelgroepen benoemen op basis van de indeling ‘psychische problematieken’  

Heb je zicht op de achtergronden en kenmerken van doelgroepen met ‘psychische problematieken’  

 

Slide 3 - Diapositive

Waar denk jij aan bij 'psychische problemen'?

Slide 4 - Carte mentale

Wanneer een stoornis? 
 We voelen ons allen wel eens somber, ieder kind is wel eens hyperactief en veel mensen proberen wel eens af te vallen....

Wanneer spreken we van depressie bij somberheid, ADHD bij hyperactiviteit en anorexia bij af willen vallen? 

Van een stoornis kan sprake zijn als iemand als iemand ernstig lijdt, niet meer goed functioneert en daar last van heeft op meerdere gebieden van zijn/haar dagelijks leven --> psychiatrisch onderzoek nodig om uiteindelijk een stoornis te kunnen vaststellen

Slide 5 - Diapositive

DSM-5 
  • Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders 5 
  • Een internationaal classificatiesysteem voor (erkende) psychiatrische stoornissen: opsommingen van verschillende kenmerken of symptomen die we vaak bij elkaar tegenkomen
  • Maar.... de DSM-5 is géén diagnose middel:  hiervoor is uitgebreid en nauwkeurig psychiatrisch onderzoek nodig 


Slide 6 - Diapositive

Classificatie van stoornissen in de DSM-5
  • Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
  • Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen
  • Bipolaire stemmingsstoornissen
  • Depressieve-stemmingsstoornissen
  • Angststoornissen
  • Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
  • Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen
  • Dissociatieve stoornissen
  • Somatisch-symptoomstoornissen en verwante stoornissen
  • Voedings- en eetstoornissen
  • Stoornissen in de zindelijkheid
  •  Slaap-waakstoornissen
  •  Seksuele disfuncties
  •  Disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen
  •  Middelengerelateerde en verslavingsstoornissen
  •  Neurocognitieve stoornissen
  •  Persoonlijkheidsstoornissen
  •  Parafiele stoornissen
  •  Overige psychische stoornissen
  •  Bewegingsstoornissen en andere bijwerkingen van medicatie
  •  Andere problemen die een reden van zorg kunnen zijn.

Slide 7 - Diapositive

Welke psychische problemen bespreken we vandaag?
stemmingsstoornis
 angststoornis
schizofreniespectrum / psychose

Slide 8 - Diapositive

Stemmingsstoornissen
Kenmerken en achtergrond

Slide 9 - Diapositive

Wat is een stemmingsstoornis?
Stemmingsstoornis = een aandoening waarbij je gemoedstoestand of emotie verstoord is. Je stemming past dan niet bij de situatie.


Bekende stemmingsstoornissen zijn depressie en bipolaire stoornis.

Slide 10 - Diapositive

STEMMINGSSTOORNISSEN: depressieve stoornis


Mogelijke kenmerken:
  • Moe en lusteloos
  • Slecht slapen of juist heel veel
  • Weinig eetlust of juist veel (ongezond) eten
  • Slechte concentratie
  • Negatieve gedachten over zichzelf en de wereld
  • Zelfmoordgedachten

Een stoornis waarin iemand ten minste twee weken achtereen zeer somber is of weinig interesse en plezier heeft.

Slide 11 - Diapositive

STEMMINGSSTOORNISSEN: bipolaire stoornis

Depressieve periode: gevoelens van somberheid en neerslachtigheid overheersen
Manische periode: tegenovergesteld gedrag (manie)

Mogelijke kenmerken manie:
  • Actief en zich super goed voelen
  • Veel energie
  • Druk en veel praten
  • Veel ideeën
  • Grenzeloos en impulsief gedrag (bijv. extreem koopgedrag, onveilige seks, onverstandige investeringen)


Een stoornis waarin depressieve en manische periodes zich afwisselen

Slide 12 - Diapositive

CHECKVRAAG THEORIE: VUL PER CIJFER IN WAT ER ZOU MOETEN STAAN (5 min)
Lara is het ene moment is heel vrolijk. Het andere moment kan ze heel somber zijn. Lara heeft een ….1… stoornis. Kenmerkend aan deze stoornis is dat …..2…..periodes worden afgewisseld met …..3….. periodes. Wanneer Lara in een ….4…. zit, dan lijkt het alsof ze de hele wereld aankan. Ze doet dan soms dingen waar ze later spijt van krijgt, zoals …..5…..De stoornis van Lara valt onder de …..6….. stoornissen. Een andere stoornis uit deze categorie is …..7…...

Slide 13 - Question ouverte

Antwoord
Lara is het ene moment is heel vrolijk. Het andere moment kan ze heel somber zijn. Lara heeft een BIPOLAIRE stoornis. Kenmerkend aan deze stoornis is dat MANISCHE periodes worden afgewisseld met DEPRESSIEVE periodes. Wanneer Lara in een MANIE zit, dan lijkt het alsof ze de hele wereld aankan. Ze doet dan soms dingen waar ze later spijt van krijgt, zoals TE VEEL GELD UITGEVEN, SEKSUELE UITSPATTINGEN OF ONVERSTANDIGE INVENSTERINGEN. De stoornis van Lara valt onder de STEMMINGS stoornissen. Een andere stoornis uit deze categorie is DEPRESSIEVE STOORNIS.

Slide 14 - Diapositive

Angststoornissen 
Kenmerken en achtergrond

Slide 15 - Diapositive

Stel je voor…“Je loopt over straat en hoort opeens een hele harde knal. Je schrikt.”

De angst die je voelt heeft een functie: waarschuwen voor gevaar. 
Je lichaam maakt zich klaar om te vechten of te vluchten

Slide 16 - Diapositive

Angst is dus handig, maar niet altijd……

Mensen met een angststoornis zijn bang zonder dat er daadwerkelijk gevaar dreigt

De angst die zij ervaren is buitenproportioneel



Slide 17 - Diapositive

ANGSTSTOORNIS
Mogelijke kenmerken:
  • Gespannen, rusteloos, prikkelbaar
  • Paniekaanvallen
  • Vermoeidheid
  • Bepaalde situaties vermijden
  • Sociale isolatie

Een stoornis waarbij iemand angst ervaart, zonder aanleiding (geen daadwerkelijk gevaar).

Slide 18 - Diapositive

Bekende angststoornissen: wat is wat?
Sociale angststoornis
Gegeneraliseerde angststoornis
Specifieke fobie
Paniekstoornis
bang zijn voor situaties waarin je beoordeeld en afgekeurd kan worden. 
overmatig bezorgd zijn, continu piekeren over nare dingen die kunnen gebeuren. 
iemand is buitengewoon bang voor een specifiek object of situatie.
iemand heeft regelmatig last van paniekaanvallen (onverwachte plotselinge golf van intense angst met allerlei lichamelijke klachten).

Slide 19 - Question de remorquage

Bekende angststoornissen
  • Sociale angststoornis: bang zijn voor situaties waarin je beoordeeld en afgekeurd kan worden. 
  • Gegeneraliseerde angststoornis: overmatig bezorgd zijn, continu piekeren over nare dingen die kunnen gebeuren. 
  • Specifieke fobie: iemand is buitengewoon bang voor een specifiek object of situatie.
  • Paniekstoornis: iemand heeft regelmatig last van paniekaanvallen (onverwachte plotselinge golf van intense angst met allerlei lichamelijke klachten).

Slide 20 - Diapositive

Mert heeft zich vandaag ziekgemeld voor school. Hij zou vandaag een presentatie geven voor de klas, maar hij is te angstig. Mert is bang dat zijn klasgenoten hem zullen gaan uitlachen. Welke soort angststoornis heeft Mert waarschijnlijk?
A
Sociale angststoornis
B
Gegeneraliseerde angststoornis
C
Specifieke fobie
D
Paniekstoornis

Slide 21 - Quiz

Schizofreniespectrum / psychose
Kenmerken en achtergrond

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Denken dat anderen je in de gaten houden of je achtervolgen
A
Hallucinaties
B
Wanen

Slide 25 - Quiz

Psychose: een toestand waarbij iemand zijn grip op de realiteit kwijt is
Mogelijke kenmerken:

  • Hallucinaties: horen, zien, ruiken, proeven en voelen van dingen die er in werkelijkheid niet zijn. 
  • Waanbeelden of waanideeën: gedachten of ideeën over gebeurtenissen die niet overeenkomen met de werkelijkheid
  • In de war zijn, verwardheid: een chaotisch en onlogisch denkproces, chaotisch handelen (bijv. vergeten waar je mee bezig bent
  • Ander gedrag: gedrag kan totaal anders worden; van chaotisch druk gedrag ("positief" symptoom) tot juist helemaal niet meer bewegen en starend gedrag ("negatief" symptoom).

Slide 26 - Diapositive

Schizofreniespectrum

Niet één vast omschreven ziektebeeld, maar een spectrum: psychotische symptomen variëren in ernst, aantal en duur

Deze symptomen lopen van ‘normaal functioneren’ tot ernstig psychotisch

Vaak beseft iemand niet dat hij/zij ziek is --> medicijnen niet innemen, geen behandeling willen




Slide 27 - Diapositive

WAT HEB JE ONTHOUDEN? KLASSIKAAL SPEL

Slide 28 - Diapositive

VOLGENDE WEEK: PSYCHISCHE PROBLEMEN DEEL 2

Slide 29 - Diapositive