H4

¡¡Bienvenidos!!
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

¡¡Bienvenidos!!

Slide 1 - Diapositive

Objetivos de hoy
  • Aprender: Complemento directo y complemento indirecto.

Eind van de les kan jij...
...de CI identificeren.

Slide 2 - Diapositive


Complemento indirecto

Meewerkend voorwerp

Slide 3 - Diapositive

Het meewerkend voorwerp
El complemento indirecto
  • Wat is een meewerkend voorwerp?

  • Vorm in het Spaans

  • Plaats in de zin

Slide 4 - Diapositive

Wat is een meewerkend voorwerp
 complemento indirecto?
Degene die iets ontvangt/verneemt. 



Ejemplos/ voorbeelden:   
Maria geeft een auto aan haar vader.
Pedro kocht een ketting voor zijn vriendin.
Ik vroeg (aan) haar of ze nog naar het feest gaat.





Vraag:  aan/ voor wie 

Slide 5 - Diapositive

De vorm
Yo
me
te
Él/ella/usted
le
nosotros
nos
vosotros
os
ellos/ellas/ustedes
les
mij
jou
hem/haar/u
ons
jullie
hun/u mv
Onderwerp
Meewerkend voorwerp
José compra un coche para su madre
Jose le compra un coche
Jose koopt een auto voor zijn moeder.
Jose koopt een auto voor haar

Slide 6 - Diapositive

Plaats in de zin
Het meewerkend voornaamwoord (C. indirecto) staat direct voor de persoonsvorm.

Juliana me prepara un té (Juliana maakt een kopje thee voor me )
Manuel le llevó rosas (Manuel nam bloemen voor haar mee)
Os doy una camista (Ik geef(aan) jullie een T-shirt)

Slide 7 - Diapositive

El complemento directo

1. Weet je wat het meewerkend voorwerp is ?
2. Wat is de vorm van het meewerkend voorwerp in het Spaans?
3. Waar staat het meewerkend voorwerp in het Spaans?

Slide 8 - Diapositive

¡A practicar!
Opdracht 1: Vindt het meewerkend voorwerp van de volgende zinnen en vervang ze voor het juiste persoonlijke voornaamwoord (complemento indirecto). 

Voorbeeld: Marta preparó la comida para sus hermanos . para sus hermanos=les

1. Isabel contó toda la verdad a su amigo.
2.Mi tía compró un regalo de cumpleaños a su nieta.
3. Dedicó la canción a sus seguidores.
4. Margarita envió recuerdos a sus padres.
5. El cantante dedicó la canción a sus fanatícos.
6.María contó un secreto a sus amigas.
7. La profesora enseñaba latín a los alumnos.
8.El niño presta ayuda a su amigo.

 

timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

A trabajar


Maak opdracht 14 & 15 in je WB

Slide 10 - Diapositive

Wat kan jij nu doen?
 
Nu kan ik...

...de complemento indirecto in een zin signaleren.




Slide 11 - Diapositive

¡Buen trabajo!
¡Adiós!

Slide 12 - Diapositive