8.2 Bepalingen (practica)

8.2 Bepalingen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

8.2 Bepalingen

Slide 1 - Diapositive

Planning 
  •  Welke opdrachten lastig? 
  • Doelen van deze les
  • Rf-waarde berekenen.
  • Practicum  3, 4 en 6 (zelf).


  • Maak 16 t/m 19. 

Slide 2 - Diapositive

Welke opdrachten lastig?

Slide 3 - Carte mentale

Lesdoelen
  • Ik kan de aantoningsreacties benoemen voor de volgende stoffen: zetmeel, glucose, CO2 en hard water.
  • Ik weet wat chromatografie is en kan dit beschrijven.
  • Ik kan rekenen aan Rf-waarden.

Slide 4 - Diapositive

Practica 3, 4 en 6

Slide 5 - Diapositive

De Rf-waarde
Bereken de Rf-waarde van het paarse stipje

 Rf-waarde =    A  / B   
                        = 8,5 / 10 = 0,85

Slide 6 - Diapositive

Practicum 3
Koolstofdioxide aantonen -> aantoningsreacties

Slide 7 - Diapositive

Zoek in Binas tabel 66A op welke stof in kalkwater zit.

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

aantonen koolstofdioxide
aantonen water
kopersulfaat
helder kalkwater
wit
wit
--> blauw
wordt troebel

Slide 10 - Question de remorquage

Practicum 4
Hard water aantonen -> neerslagreacties. 

Slide 11 - Diapositive

2

Slide 12 - Vidéo

00:32
Geef de reactievergelijking tussen calciumionen en een oplossing natriumcarbonaat.

Slide 13 - Question ouverte

01:22
Leg uit waarom je de proef ook met gedestilleerd water deed.

Slide 14 - Question ouverte

Practicum 6
Chromatografie -> scheidingsmethode


Slide 15 - Diapositive

1

Slide 16 - Vidéo

00:43
Rf waarde
  • Hoe hoger de Rf- waarde 
  • Hoe beter de kleurstof wordt opgenomen door de vloeistof.
  • Hoe lager de Rf-waarde hoe beter de stof hecht aan het papier.

Slide 17 - Diapositive

Tekst

Slide 18 - Diapositive

Opdracht titratie 
25 ml van een zwavelzuuroplossing met onbekende molariteit wordt gepippetteerd in een erlenmeyer, waarna er een paar druppels indicator worden toegevoegd.
Vervolgens wordt met een buret 0,1013 M natronloog toegedruppeld.
Als er 22,7 ml natronloog is toegevoegd, slaat de kleur om.

A) Wat is de reactie die tijdens de titratie plaatsvindt?
B) Welke indicator wordt gebruikt?
C) Wat is de molariteit van de zwavelzuuroplossing?

Slide 19 - Diapositive


Opdracht titratie


Aan de slag / huiswerk

Slide 20 - Diapositive