Introductieles opdracht 1 film DISK

Introductie en doel van de les 
film

Dit hoofdstuk gaat over film

Aan het eind van de les ken je de betekenis van nieuwe woorden en kun je zinnen maken met die woorden.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Introductie en doel van de les 
film

Dit hoofdstuk gaat over film

Aan het eind van de les ken je de betekenis van nieuwe woorden en kun je zinnen maken met die woorden.

Slide 1 - Diapositive

timer
2:00
film

Slide 2 - Carte mentale

Uitleg van nieuwe woorden 
1.  Lees het woord
2.  Lees de betekenis(sen)
3.  Lees de voorbeeldzin(nen)
4.  Bekijk de plaatjes

Slide 3 - Diapositive

de acteur
Een man die een rol in een film speelt
Johnny Depp is een beroemde acteur die in veel films speelt.

Slide 4 - Diapositive

de cirkel
een ronde gesloten lijn
De olympische vlag bestaat uit 5 cirkels.

Slide 5 - Diapositive

het meisje
een vrouw die nog niet volwassen is
Mijn oom en tante hebben vijf kinderen. Drie jongens en een meisje.

Slide 6 - Diapositive

het kaartje
een stuk papier waarmee je ergens naar binnen kunt
Wij hebben kaartjes voor het concert van Lady Gaga.
Ticket

Slide 7 - Diapositive

de rechthoek
van vier lijnen die in een hoek van 90 graden staan
Het digibord heeft de vorm van een rechthoek.

Slide 8 - Diapositive

Hoe noemen we een man die een rol speelt in een film?

Slide 9 - Question ouverte

Waar heb je GEEN kaartje voor nodig?
A
Popconcert
B
Voetbalwedstrijd
C
Trein
D
Dokter

Slide 10 - Quiz

Noem iets met de vorm van een cirkel.

Slide 11 - Question ouverte

Noem iets met de vorm van een rechthoek.

Slide 12 - Question ouverte

Maak een zin met
"het meisje".

Slide 13 - Question ouverte

de wereld
de aarde
Er wonen acht miljard mensen op deze aarde.
De aarde is rond.

Slide 14 - Diapositive

de bioscoop
een gebouw waarin je films kunt kijken.
Vanavond ga ik naar de bioscoop. De nieuwe film van James Bond draait daar.

Slide 15 - Diapositive

het vierkant
figuur met vier rechte hoeken en vier rechte, even lange zijden
Wij hebben thuis een vierkante tafel.

Slide 16 - Diapositive

de jongen
een man die nog niet volwassen is.
In onze klas zitten 9 jongens en 5 meisjes.

Slide 17 - Diapositive

de driehoek
drie punten verbonden door drie rechte lijnen 
Bij pech gebruik je een gevarendriehoek.

Slide 18 - Diapositive

Maak een zin met
"de jongen".

Slide 19 - Question ouverte

Noem iets met de vorm van een driehoek.

Slide 20 - Question ouverte

Maak een zin met
"de bioscoop".

Slide 21 - Question ouverte

Wat is hetzelfde als "de wereld"?
A
Alle landen
B
De aarde
C
De ruimte
D
Het milieu

Slide 22 - Quiz

Maak een zin met
"het vierkant".

Slide 23 - Question ouverte

Maak oefening 1,  
op bladzijde 50 
van je boek.

Werk samen!!!

Ben je klaar? Maak 
dan oefening 6, 7 en 8
op bladzijde 54, 55 en
56.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive