Practicum UTVTO19TSPA motorvermogen 4

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
ElectronicaMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Motorvermogen

Slide 3 - Diapositive

Waar ligt het elasticiteitsgebied?
A
Tussen maximaal motorvermogen en maximaal motorkoppel
B
Waar de motor 90% vermogen heeft
C
Waar de motor 90% koppel heeft

Slide 4 - Quiz

Wat is het effect van vroeg openen UITLAAT klep?
A
Vergroten expansie arbeid
B
Vermindering compressie einddruk
C
Minder verlies als gevolg van compressie uitlaatgassen
D
Betere instroom verse gassen bij hoog toerental

Slide 5 - Quiz

Wanneer doet het pulsverschijnsel zich voor?
A
Tijdens klepoverlap in BDP
B
Bij gesloten inlaatklep
C
Tijdens klepoverlap in ODP
D
Vanaf openen inlaatklep

Slide 6 - Quiz

In welk deel van de ECU kan het kenveld worden aangepast?
A
EEPROM
B
ROM- geheugen
C
RAM- geheugen
D
BOOT-modus

Slide 7 - Quiz

Het geïndiceerde vermogen is afhankelijk van:
A
Toerental, slagvolume, zuigerdruk
B
Compressieverhouding
C
Slagvolume
D
Brandstof

Slide 8 - Quiz

Adiabaat:
A
Druk blijft hetzelfde
B
Volume verandert
C
Geen uitwisseling van temperatuur met omgeving
D
Druk en volume veranderen

Slide 9 - Quiz

Bij lange slagmotor is de vulling het beste bij:
A
Laag toerental
B
Hoog toerental

Slide 10 - Quiz

Bereken gemiddelde zuigersnelheid
Slag: 75mm - Toerental: 5400tpm
(Vzgem = 2 x s x n)
A
405 m/s
B
13,5 m/s
C
40 m/s
D
27 m/s

Slide 11 - Quiz

Vullingsgraad verbeteren kan door:
A
Carburateurs erop zetten en toerental aanpassen
B
Andere brandstof en kleptiming
C
Drukvulling, variabele inlaat en variabele kleptiming

Slide 12 - Quiz

Onder welke omstandigheden wordt het beste rendement behaald?
A
Licht belast tussen 2000 en 4000 tpm
B
Gemiddelde belasting ongeveer 2500 tpm
C
Zwaar belast tussen 2200 tpm en 4500 tpm

Slide 13 - Quiz

D.m.v. een overgangsweerstand wordt de sensorwaarde van de raildruk verlaagd
A
Nu wordt de raildruk hoger
B
Nu wordt de raildruk lager
C
De raildruk verandert niet

Slide 14 - Quiz