Quiz over de stof van klas 3

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Dit wil niet zeggen dat het er precies zo uitziet. Zo staan er geen meerkeuzevragen in de toets. Echter worden wel alle onderwerpen aangetikt. 

Welke scheidingsmethoden gebruik je bij het zetten van koffie?

1. Extraheren, indampen
2. Extraheren, filtreren
3. Filtreren, indampen
4. Extraheren

Bij welke 2 scheidingsmethoden maak je gebruik van verschillende kookpunten?

1. destilleren & adsorberen
2. indampen & filtreren
3. destilleren & indampen
4. filtreren & bezinken

Waarop berust de scheidingsmethoden extraheren?

1. Verschil in dichtheid
2. Verschil in kookpunt
3. Verschil in deeltjes grootte
4. Geen van deze antwoorden is juist

Joost en Lieke moeten een mengsel scheiden. Het mengsel is doorzichtig blauw. Ze willen een kleurloos mengsel overhouden. Welke scheidingsmethoden ze moeten gebruiken. (leg uit)
Blokschema mag ook.

Waarmee kun je water aantonen

1. helder kalkwater
2. vlam bij het water houden
3. gloeiende houtspaander
4. wit kopersulfaat

Waarmee kun je waterstof aantonen

1. helder kalkwater - troebel
2. vlam bij het water houden - blafje
3. gloeiende houtspaander - feller branden
4. wit kopersulfaat - blauw

Volgens het molecuulmodel van een vaste stof staan alle moleculen in een stof stil.

1. Waar
2. Niet waar

Cu staat voor de stof

1. Curium
2. Calcium
3. Koper
4. Chloor

Geef de molecuulformule van glucose

1. C​2​​H​6​​O
2. C​2​​H​5​​OH
3. C​12​​H​6​​O​6​​
4. C​6​​H​12​​O​6​​

Wat is de naam van het symbool C2H5OH?

1. suiker
2. methaan
3. olie
4. alcohol

Geef de systematische naam van

N​2​​O​4​​

Naamgeving van moleculen

telwoorden: mono - di - tri - tetra - penta

telwoord komt voor de naam van het atoom

laatste atoom eindigt op -ide (bijv chloride)

uitzondering: voor het eerste atoom hoeft geen mono

Zouten: geen telwoorden gebruiken

Maak de reactievergelijking kloppend. Wat staat er dan op de stippelijn.

....PbO(s)+....O​2​​(g)→....Pb​3​​O​4​​(s)

1. 3PbO(s)+2O​2​​(g)→Pb​3​​O​4​​(s)
2. 3PbO​4​​(s)+O​2​​(g)→Pb​3​​O​4​​(s)
3. 6PbO(s)+O​2​​(g)→2Pb​3​​O​2​​(s)
4. Pb​6​​O(s)+O​2​​(g)→2Pb​3​​O​4​​(s)

Maak de reactievergelijking kloppend. Wat staat er dan op de stippelijn.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Geef de reactievergelijking van de reactie tussen fosfor en chloor , waarbij fosfortrichloride (PCl3) ontstaat.

1. P + Cl3 -> PCl3
2. P + O2 + Cl2 -> PCl3
3. 2P + 3Cl2 -> 2PCl3
4. P + 3Cl -> PCl3

Welke reactievergelijking geeft het ‘uit elkaar trekken’ van lachgas (N₂O) juist weer?

1. N₂O --> N₂ + O
2. N₂O --> 2N + O
3. 2N₂O--> 2N₂ + O₂
4. 2N₂O --> 4N + O₂

Omrekenen
4 m2 = .... dm2

1. 40
2. 400
3. 0,4
4. 0,04

Omrekenen:
240 liter =

1. 0,240 m3
2. 240 dm3
3. 240000 cm3
4. 24 m3

Een blok beton weegt 27,5 kg. Hoe groot is het volume in dm3 van dit blok? (dichtheid: 2,1 g/cm3)

Bereken het massapercentage
H in NH3

1. 5,92 %
2. 11,8%
3. 17,8%
4. 82,3%

Wat is het massapercentage suiker in deze chocoladereep?

1. 64%
2. 18%
3. 16%
4. 6%