les 68: Samenstellingen -en, -e, -s

les 68: Samenstellingen
  • Je leert samengestelde woorden juist spellen.
  • Je weet wat de regels zijn voor tussenklanken in samenstellingen.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

les 68: Samenstellingen
  • Je leert samengestelde woorden juist spellen.
  • Je weet wat de regels zijn voor tussenklanken in samenstellingen.

Slide 1 - Diapositive

Niet alle puppy's geschikt als blinde geleidehond.

Wat staat hier eigenlijk?

Slide 2 - Diapositive

Wat is een
samenstelling?

Slide 3 - Carte mentale

Noteer alle samenstellingen uit de onderstaande zin:

De kinderfiets in deze fietsenwinkel is in de aanbieding.

Slide 4 - Question ouverte

Noteer alle samenstellingen uit de onderstaande zin:

Ik hou helemaal niet van lamsvlees en rundergehakt.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Als de samenstelling van een woord ook één persoon of ding betekent, dan schrijf je het aan elkaar. Ook als het woord erg lang wordt.

kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamheden

lagekostenluchtvaartmaatschappij

Slide 9 - Diapositive

Als er verwarring is over de uitspraak, komt er een koppelteken (-) tussen de woorden


Klinkerbotsing:
zee-egel
auto-ongeluk


Slide 10 - Diapositive

Samenstelling -en, -e, -s
Groentesoep of groentensoep
kippehok of kippenhok
rodekool of rodenkool

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

De hoofdregels
1. Linkergedeelte een zelfstandig naamwoord? Nee? -e
2. ZNW met meervoud van het zelfstandig naamwoord op -en?
Rozengeur, paardenbloem 
3. ZNW met meervoud op -es? -> e
Horlogezaak, aspergesoep
4. ZNW met meervoud op -en en -es? ->  e 
Groentesoep, secondelijm



Slide 13 - Diapositive

Wat is het meervoud van seconde?
A
seconde
B
secondes
C
secondes/seconden
D
seconden

Slide 14 - Quiz

uitzonderingen op de hoofdregels 
1. Zelfstandige naamwoorden met geen letterlijke, maar een versterkende betekenis: apetrots, beresterk, takkewijf
2. Unieke personen en zaken: Koninginnedag, hellevuur, maneschijn
3.Samenstellingen waarbij de aparte delen onherkenbaar zijn: 
papegaai, bakkebaard, bullebak

Slide 15 - Diapositive

De (1) maffiabaas stuurde zijn (2) een liefdesbrief vanuit de gevangenis.
A
berengoed
B
beregoed
C
D

Slide 16 - Quiz

Meneer de (1) denkt dat we op 30 april nog steeds (2) vieren.
A
1 = Koekepeer 2= Koninginnedag
B
1 = Koekenpeer 2 = Koninginnendag
C
1= Koekenpeer 2= Koninginnedag
D
1= Koekepeer 2 =Koninginnendag

Slide 17 - Quiz

Samenstellingen met een tussenklank-s

Je schrijft de tussenklank-s als je die hoort in de samenstelling.

  • Dorp + gek = dorpsgek

  • Dorp + straat = Dorpsstraat

Slide 18 - Diapositive

Als het tweede deel van de samenstelling begint met een 's', hoor je niet of er een tussenklank-s moet staan.


Vervang dan tweede deel door een ander woord.
  • Station + straat

  • Meisje + speelgoed

  • voorjaar + show

  • bruid + sluier

Slide 19 - Diapositive

Wat is de juiste schrijfwijze
A
dorpkern
B
dorpskern

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze
A
doktersassistent
B
dokterassistent

Slide 21 - Quiz

blad + deeg =

Slide 22 - Question ouverte

ei + salade =

Slide 23 - Question ouverte

Aan de slag


Je gaat aan de slag met Drillster 3 van les 68.

Slide 24 - Diapositive

Wat zijn de regels bij tussenletters?
Er zijn diverse vormen van samenstellingen:
- Geen tussenletter                     telefoonhoesje - tafelpoot
- Tussenletters -en-                    bloemenwinkel - leerlingenraad
- Tussenletter -e-                         apetrots - gemeentebestuur
- Tussenletters -s-                       koningszoon - personeelschef


Belangrijk: het eerste deel van de samenstelling bepaalt de regel!


Slide 25 - Diapositive

Soms schrijven we samenstellingen verkeerd...
omdat we bij het Engels gewend zijn samenstellingen los te schrijven.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive