[4H] De Verenigde Staten (Memo 9.4)

[4H] De Verenigde Staten
Memo H9.4
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

[4H] De Verenigde Staten
Memo H9.4

Slide 1 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

Doelen
Je kunt uitleggen:
- wat het verschil is tussen een vrije markteconomie en een planeconomie;
- waarom een economische crisis hoort bij een vrije markteconomie;
- wat de drie oorzaken zijn van de crisis van 1929;
- hoe president Roosevelt de crisis wilde aanpakken.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je al over een economische crisis?

Slide 4 - Carte mentale

Wat is een vrije markt economie?

Slide 5 - Carte mentale

Doelen

Slide 6 - Diapositive

Vrije markteconomie
Ondernemers mogen zelf bepalen wat en hoe ze hun geld willen verdienen. 
Er zijn weinig overheidsregels (zeker in de VS).

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

In de Sovjet-Unie was een planeconomie. Schrijf twee kenmerken op van de Sovjet-economie (die je geleerd hebt in 9.3)

Slide 9 - Question ouverte

Roaring twenties

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Opdracht
Lees 'Economische crisis' (blz. 211-212) en beantwoord een van de volgende vragen (of allebei):
1) Schrijf twee oorzaken van de crisis van 1929 op;
2) Waarom werd de crisis in de VS een wereldcrisis?

Slide 12 - Diapositive

Beantwoord een van de volgende vragen (of allebei):
1) Schrijf twee oorzaken van de crisis van 1929 op;
2) Waarom werd de crisis in de VS een wereldcrisis?

Slide 13 - Question ouverte

Waarom zorgde de wereldwijde crisis van de jaren 30 overal voor zulke grote armoede
A
De overheid greep nergens in en zo kon de crisis voortduren
B
Er bestond nog bijstand en werkloosheidsuitkering dus hadden mensen geen inkomen
C
De banken durfden niets te lenen en bedrijven durven niets te maken, omdat er niets wordt gekocht. Er is geen werk en geen inkomen
D
Mensen keken alleen maar naar grote leiders als Hitler en Stalin en gaven de joden en buitenlanders de schuld

Slide 14 - Quiz

Oorzaken economische crisis VS
1. Overproductie in de landbouwsector
- mechanisatie (machines kopen met geleend geld) 
- ontstaan van overschotten (hervatting landbouw in EU)

2. Financiële risico's banken
Banken gaan akkoord met speculeren met aandelen / geleend geld. Geloven dat de economie alleen maar kan groeien.

Slide 15 - Diapositive

3. Boeren, bedrijven en burgers kopen alles op afbetaling
  1. Boeren lenen om hun productie te verhogen (mechanisatie)
  2. Bedrijven lenen om te kunnen uitbreiden (schaalvergroting) 
  3. Consumenten lenen om (luxe)producten te kopen
  4. Aandeelhouders lenen om (meer) aandelen te kopen
    bv: 'Voor elke $ die is verdiend, geven Amerikanen 5$ uit'
 


Slide 16 - Diapositive

1

Slide 17 - Vidéo

Hoover (Republikein)
  • Veel mensen zijn dakloos, geen 
     werkloosheidsuitkering
  • Ontstaan sloppenwijken, deze worden 
      spottend 'hoovervilles' genoemd

  • Opvatting Republikeinse president Hoover:   optimistisch, wachten tot de economie zich
     vanzelf hersteld, geen overheidsingrijpen.
  • Ondanks de crisis: optimistisch!
  • 1932: niet herkozen, de Democraat
      Franklin D. Roosevelt wordt gekozen

Slide 18 - Diapositive

Roosevelt (democraat)
  • Roosevelt liet de wel overheid ingrijpen in de economie met de New Deal > subsidies, sociale wetten en werkverschaffingsprojecten.
  • Eerste 100 dagen presidentschap: 
     werkloosheidsuitkeringen, 
     hypotheekgaranties, banken gered

  • Langzaam ging het beter, maar er komt nog
     geen definitief einde aan de crisis door de 
     New Deal (1938: nog 9.000.000 werklozen)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Bekijk de spotprent (cartoon)
Is de tekenaar een voor- of een tegenstander van de New Deal van Roosevelt?

Slide 21 - Diapositive

FDR
FDR staat voor Franklin Delano Roosevelt, de democratische Amerikaanse president.
Lekkende kraan
Deze lekkende kraan staat voor de New Deal.
Taxpayer
De man staat voor de Amerikaanse belastingbetaler, die het geld voor de New Deal moet opbrengen.
$16 bilion spent
Er is al $16 miljard besteed aan de New Deal.

Slide 22 - Diapositive

De tekenaar is een voor/tegenstander van de New Deal, want...

Slide 23 - Question ouverte

Wat is een van de oorzaken van de Beurskrach?
A
Duitsland heeft te grote schulden
B
Amerikanen lenen te veel
C
Amerikanen verkopen massaal hun aandelen
D
Amerikanen kochten massaal aandelen

Slide 24 - Quiz

Doelen
Je kunt uitleggen:
- wat het verschil is tussen een vrije markteconomie en een planeconomie;
- waarom een economische crisis hoort bij een vrije markteconomie;
- wat de drie oorzaken zijn van de crisis van 1929;
- hoe president Roosevelt de crisis wilde aanpakken.

Slide 25 - Diapositive

Dit snapte ik goed tijdens de les...

Slide 26 - Question ouverte

Over dit onderwerp wil ik graag meer uitleg...

Slide 27 - Question ouverte