Soorten Netwerken en Netwerktopologieën

Soorten Netwerken en Netwerktopologieën
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
ICTMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Soorten Netwerken en Netwerktopologieën

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Verschillende soorten netwerken identificeren en hun kenmerken uitleggen.
  • De basisprincipes van netwerktopologieën begrijpen en de voor- en nadelen van elke topologie uitleggen.
  • De keuze voor het type netwerk en de topologie afstemmen op de behoeften van de organisatie en de beoogde doelen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over verschillende soorten netwerken en netwerktopologieën?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten Netwerken
  • LAN: Een netwerk dat beperkt is tot een kleine geografische locatie.
  • WAN: Een netwerk dat een groter geografisch gebied bestrijkt.
  • MAN: Een netwerk dat qua schaal tussen een LAN en een WAN in zit.
  • PAN: Het kleinste type netwerk.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Netwerktopologieën
  • Ster: Alle apparaten zijn verbonden met een centrale hub of switch.
  • Bus: Alle apparaten zijn verbonden met een enkele kabel
  • Ring: Apparaten zijn verbonden in een ringvormige structuur.
  • Mesh: Elk apparaat is rechtstreeks verbonden met elk ander apparaat.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor- en Nadelen van Netwerktopologieën
  • Ster: Eenvoudig te installeren, maar single point of failure.
  • Bus: Eenvoudig en kosteneffectief, maar gevoelig voor storingen.
  • Ring: Geen collisions, maar trage gegevensoverdracht.
  • Mesh: Robuust en betrouwbaar, maar complex en duur.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Keuze voor Netwerk en Topologie
  • Behoeften van de organisatie bepalen het type netwerk.
  • Fysieke omgeving en geografische locatie zijn belangrijke factoren.
  • Doelen van het netwerk beïnvloeden de keuze voor de topologie.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
  • LAN, WAN, MAN en PAN zijn verschillende soorten netwerken met verschillende schaalniveaus.
  • Ster, Bus, Ring en Mesh zijn verschillende netwerktopologieën met elk hun voor- en nadelen.
  • Het kiezen van het juiste type netwerk en de juiste topologie is afhankelijk van de behoeften van de organisatie en de beoogde doelen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 10 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.