Gebruik je rekenkaart en je rekenmachine, waar nodig.
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMBOStudiejaar 2
Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Opdrachten rekenen N3 - Getallen en eenheden
Gebruik je rekenkaart en je rekenmachine, waar nodig.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Fietsvakantie
Je gaat op fietsvakantie samen met een goede vriendin. Je gaat beiden op een gewone fiets, met de nodige bagage, waaronder een tent, slaapzak, slaapmatje, kleding en kookspullen.
Slide 3 - Diapositive
Je gaat precies 3 weken op vakantie. Je vertrekt op zaterdag 4 september. Hoeveel nachten ben je dan weg?
Slide 4 - Question ouverte
Je gaat precies 3 weken op vakantie. Je vertrekt op zaterdag 4 september. Op welke datum ben je terug?
Slide 5 - Question ouverte
Je wilt per dag maximaal 4 uur fietsen. Hoeveel kilometer per dag kun je dan in totaal ongeveer fietsen?
A
40 km
B
50 km
C
60 km
D
80 km
Slide 6 - Quiz
De tent kostte 109,99 inclusief btw. Hoeveel kost de tent exclusief btw?
A
€ 86,89
B
€ 88,99
C
€ 90,90
D
€ 99,99
Slide 7 - Quiz
Op de afbeelding zie je de afmetingen van de tent.
Slide 8 - Diapositive
Je wilt een oprolbare tafel kopen die je in de breedte in de voortent neer kan zetten. Hoe lang kan deze tafel maximaal zijn?
A
ongeveer 135 cm
B
ongeveer 140 cm
C
ongeveer 175 cm
D
ongeveer 220 cm
Slide 9 - Quiz
Wat is ongeveer de oppervlakte van de hele tent?
A
5,04 m2
B
2,835 m2
C
4,2 m2
D
9,24 m2
Slide 10 - Quiz
Wat is ongeveer de omtrek van de hele tent in meters, ervan uitgaande dat de tent aan de voorkant 10 cm smaller is dan aan de achterkant?
A
1240
B
1250
C
12,4
D
12,5
Slide 11 - Quiz
In de avond wil je ook nog een wandelingetje maken, van zo'n 1,5 km. Hoeveel meter is dat?
A
15
B
150
C
1500
D
15000
Slide 12 - Quiz
Je bent van plan zo'n 5x uit eten te gaan. Per keer kost dat gemiddeld 25 euro per persoon. Hoeveel betaal je met zijn tweeën voor het uit eten gaan?
A
62,50
B
125
C
250
Slide 13 - Quiz
De overnachtingen kosten gemiddeld 15 euro per persoon per nacht + per persoon per dag 0,50 voor het douchen. Hoeveel betaal je samen in totaal per nacht?
A
15
B
15,50
C
30
D
31
Slide 14 - Quiz
5 km/u
liter
30 km/u
centimeter
meter
kilometer
De wandel-snelheid is...
In het flesje water dat je onderweg meeneemt, zit 0,5... water.
De auto's die voorbijrijden, rijden....
De breedte van de weg is 500...
De afstand van de tent naar het toiletgebouw is 250...
De afstand van de camping naar de supermarkt is 1 ...
Slide 15 - Question de remorquage
Vandaag staat de rit van Bussum naar Loosdrecht op het programma. Hoeveel kilometer is het van Bussum naar Loosdrecht?
A
3,0
B
5,4
C
10,9
D
13,3
Slide 16 - Quiz
Hoeveel kilometer is het vanaf het punt waar je nu staat naar Loosdrecht?
A
3,0
B
5,4
C
7,9
D
10,9
Slide 17 - Quiz
Hoeveel meter is het vanaf het punt waar je nu staat naar Loosdrecht?
A
79
B
790
C
7900
D
79000
Slide 18 - Quiz
Hoeveel minuten moet je ongeveer nog fietsen vanaf het punt waar je nu staat naar Loosdrecht?
A
1/2 uur
B
30 minuten
C
45 minuten
D
1 uur
Slide 19 - Quiz
Als je om 11 uur in de ochtend bent vertrokken met de fiets vanuit Bussum en onderweg een half uur pauzeert, hoe laat ben je dan ongeveer in Loosdrecht?
A
12 uur
B
12:15 uur
C
12:30 uur
D
13:00 uur
Slide 20 - Quiz
In Loosdrecht haal je alvast wat boodschappen voor het avondeten. Wat is de juiste eenheid voor dit artikel? Een fles frisdrank van 1,5...
A
ml
B
cl
C
dl
D
l
Slide 21 - Quiz
In Loosdrecht haal je alvast wat boodschappen voor het avondeten. Wat is de juiste eenheid voor dit artikel? Een pakje kookroom van 250...
A
ml
B
cl
C
dl
D
l
Slide 22 - Quiz
In Loosdrecht haal je alvast wat boodschappen voor het avondeten. Wat is de juiste eenheid voor dit artikel? Een stukje biefstuk van 250...
A
mg
B
g
C
kg
Slide 23 - Quiz
In Loosdrecht haal je alvast wat boodschappen voor het avondeten. Wat is de juiste eenheid voor dit artikel? 2 appels van elk 40 ... per stuk
A
mg
B
g
C
kg
D
euro
Slide 24 - Quiz
Op de bon zie je wat de boodschappen in totaal gekost hebben. Hoeveel euro korting heb je gekregen in totaal?
A
1,25
B
0,40
C
1,31
D
2,96
Slide 25 - Quiz
Op de bon zie je wat de boodschappen in totaal gekost hebben. Hoeveel krijg je terug als je contant zou betalen met een briefje van 50 euro?
A
11,90
B
12,90
C
21,90
D
22,90
Slide 26 - Quiz
Op de bon zie je wat de boodschappen in totaal gekost hebben. Hoeveel betaal je beiden als je de kosten samen deelt?
A
31,06
B
14,05
C
15,53
D
28,10
Slide 27 - Quiz
Bekijk hier de tarieven, je kunt teruggaan naar deze dia als je het niet kunt lezen bij de vraag.
Slide 28 - Diapositive
Wat betaal je per nacht met zijn tweeën? Het is momenteel laagseizoen en je hebt geen ACSI-card. Je hebt niet gereserveerd en je wilt beiden 1x douchen. Je komt om 20:30 aan en gaat om 08:00 uur weer vertrekken.
A
€ 15
B
€ 19
C
€ 23,60
D
€ 34
Slide 29 - Quiz
Hoeveel nachten in het laagseizoen moet je minimaal gebruik van de ACSI-card om het aanschafbedrag terug te verdienen? Ervan uitgaande dat je met 2 personen kampeert en een 'gewone' overnachting hebt.