60 jarige Bruiloft Quiz

60 jarige Bruiloft Quiz
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

60 jarige Bruiloft Quiz

Slide 1 - Diapositive

In welk dorp hebben opa en oma elkaar leren kennen?
A
Nieuwe-Tonge
B
Stellendam
C
Herkingen
D
Melissant

Slide 2 - Quiz

Hoeveel broers/zussen hebben opa en oma bij elkaar?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 3 - Quiz

In welk jaar is opa met (vroeg)pensioen gegaan?
A
2000
B
2001
C
2002
D
2003

Slide 4 - Quiz

welke betaalde baan heeft oma gehad?
A
fietsenmaker bij Jasper
B
zorgmedewerker
C
kassière
D
geen

Slide 5 - Quiz

wat is het bouwjaar van de Blusse?
A
1909
B
1918
C
1923
D
1940

Slide 6 - Quiz

Welke functie heeft pa gehad bij voetbal?
A
Voorzitter
B
Keeper
C
Penningmeester
D
Secretaris

Slide 7 - Quiz

Ma heeft altijd bijzondere uitdrukkingen. Welke is niet van haar?
A
die heeft kruukels tegenwind gegeten
B
dat is een paasos
C
dat is echt een roksnokker
D
dat is echt een kaneelduker

Slide 8 - Quiz

wat is de leeftijd van de kinderen van pa en ma bij elkaar opgeteld?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quiz

Wat is de favoriete winkel van pa en ma
A
het Kruidvat
B
de Hema
C
de Makro
D
de Zara

Slide 10 - Quiz


A

Slide 11 - Quiz


Slide 12 - Question ouverte

in welke provincie ligt het plaatsje Lutjebroek?
A
Drenthe
B
Friesland
C
Overijsel
D
Noord-Holland

Slide 13 - Quiz


vraag

Slide 14 - Question ouverte

Tom is vier keer zo oud als Emma. Over 20 jaar is hij dubbel zo oud als Emma. Hoe oud is Tom?

Slide 15 - Question ouverte

Een moeder van 33 jaar heeft 2 kinderen van respectievelijk 2 en 4 jaar. Over hoeveel jaar zal ze dubbel zo oud zijn als haar twee kinderen samen?

Slide 16 - Question ouverte

Welke social media app heeft een spookje in het logo?
A
Facebook
B
Snapchat
C
Instagram
D
TikTok

Slide 17 - Quiz

Waar staat de afkorting Wifi voor?
A
Wireless Identity For Internet
B
Wireless Finding
C
Where Information Finds Installation
D
Wireless Fidelity

Slide 18 - Quiz

Hoeveel kleuren zitten er in een regenboog?
A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 19 - Quiz

Welke twee scheikundige elementen vormen water?
A
Zuurstof en Waterstof
B
Helium en Zuurstof
C
Stikstof en Zuurstof
D
Natrium en Waterstof

Slide 20 - Quiz

Van welke Friese plaats vertrekt de boot naar Ameland?
A
Lauwersoog
B
Harlingen
C
Holwerd
D
Sexbierum

Slide 21 - Quiz

Welk land grenst aan Polen, Oostenrijk, Hongarije en Slowakije?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is het grootste eiland van Griekenland?
A
Rhodos
B
Cyprus
C
Kreta
D
Kos

Slide 23 - Quiz

In welke provincie vind je de Oostvaardersplassen
A
Flevoland
B
Noord-Holland
C
Utrecht
D
Overijsel

Slide 24 - Quiz